Vullen van de installatie en de ketel
■
▻
Vul het verwarmingscircuit langzaam tot 1,5 bar met koud
water, met behulp van de vulinrichting op de installatie. Lees
de druk af op de manometer in de ketel.
▻
Ontlucht het circuit door de handmatige ontluchters te
bedienen en door de werking van de automatische ontluchters
te controleren (de doppen van de automatische ontluchters
moeten worden losgeschroefd).
Ter herinnering : de hoge punten van het verwarmingscircuit
moeten voorzien zijn van een ontluchting (manueel of auto-
matisch).
▻
Voltooi het vullen tot 1,5 bar met koud water naargelang de
ontluchting. Controleer of de vuldruk stabiel is en ten minste
1,5 bar (koud water) bedraagt. De vuldruk mag niet hoger
zijn dan 2 bar.
ON/OFF van de ketel, start van een verwarmingscyclus
■
Te controleren voor de ingebruikname :
▻
de hydraulische aansluitingen zijn correct uitgevoerd en de
afsluitventielen zijn open
▻
de elektrische aansluitingen zijn uitgevoerd :
– elektrische beveiliging,
– kabeldoorsnede,
– fase, nulleider en aarde (eenfasig)
3 fasen, nulleider en aarde (driefasig).
▻
Stel de veiligheidsthermostaat in op 0 °C.
▻
Zet de ON/OFF-schakelaar naar beneden in de ON-stand
(groene lampje brandt).
De circulatiepomp start.
▻
Controleer de ontluchting door de handmatige ontluchters
op hoge punten te bedienen en de automatische ontluchters.
▻
Controleer of het water correct in het verwarmingscircuit
circuleert (debietmeter op de vloerverwarmingsverdeler, door
de kranen of kleppen te manipuleren om er zeker van te zijn
dat het water correct stroomt (een waterstroom voelen)).
Aansluiten van een externe regelaar of thermostaat (niet verplicht)
■
Elke ingreep moet worden uitgevoerd zonder stroom door een
gekwalificeerde en bevoegde technicus. Schakel de hoofd
voeding naar het schakelbord uit. De ON/OFF-schakelaar
onderbreekt alleen het bedieningscircuit.
▻
Verwijder de gele shunt op klemmen 1 en 2 van de ketel
(3 mm platte schroevendraaier).
▻
Bevestig de thermostaat aan de muur op een hoogte tussen
1,5 m en 1,7 m.
Als er geen buitenvoeler is, is het gebruik van een ruimte-
thermostaat verplicht. Plaats het niet achter een deur. Vermijd
directe straling met warmtebronnen (schoorsteen, invloed van
de zon) en tocht (raam, deur).
12
Gebruik
+32 (0)485 93 50 12 | info@all-renting.be | www.all-renting.be
Het uitvoeren van een ontluchtingscyclus is geen
garantie voor een goede ontluchting van de instal
latie en de ketel. Controleer of het systeem correct
is ontlucht VOORDAT u de ketel in gebruik neemt.
Gevaar voor vernieling van dompelaars.
Zorg voor een goede kwaliteit vulwater.
Ter herinnering : – 7,5 < pH < 9,5
– TH < 15 °f
– Chloridegehalte < 300 mg/l
– Additieven verbieden of beperken.
Gebruik water van het drinkwaternet.
Verwarming inschakelen.
Stel de veiligheidsaquastaat van de ketel tijdelijk in op
▻
30 °C. De 1ste verwarmingscontactor schakelt in.
▻
Controleer de evolutie van de aanvoerwatertemperatuur van
de ketel op de regelaar (rode display).
– Als de temperatuur snel stijgt (10 °C in minder dan een
minuut), is dat abnormaal :
→ reset de veiligheidsaquastaat terug op 0 °C en
controleer opnieuw de juiste circulatie van water
in het circuit (afsluiters open, kranen en afstel-T-
stukken open, enz.) en corrigeer de ontluchting van
het circuit.
– Als de temperatuur geleidelijk stijgt, is de werking
correct.
Stel dan de veiligheidsaquastaat definitief in op 5°C boven
▻
de maximale aanvoerwatertemperatuur.
▻
Stel de maximale aanvoerwatertemperatuur in op de regelaar.
Om de maximale aanvoerwatertemperatuur in te stellen, mag er
geen cyclus worden uitgevoerd (geen groene punt in de rechter
benedenhoek van het display of PEnd weergegeven)..
▻
Druk op de toets
P
, SP1 wordt weergegeven.
▻
Stel de gewenste temperatuur in met
P
.
▻
Wacht een paar seconden om terug te keren naar het hoofd-
scherm. .
De ketel is in werking.
▻
Sluit het potentiaalvrije contact van de regelaar of thermostaat
aan op klemmen 1 en 2.
of
bevestig met
,