Werkomstandigheden en -techniek
-
Alleen bij goed zicht en goede verlichting werken. In de
winter bijzonder letten op gladheid, nattigheid, ijs en sneeuw
(uitglijgevaar). Zorg ervoor dat u stabiel staat.
-
Nooit boven schouderhoogte maaien.
-
Nooit staande op een ladder werken.
-
Nooit met de motorzeis in een boom klimmen en
werkzaamheden uitvoeren.
-
Nooit werken op een onstabiele ondergrond.
-
Het maaibereik van vreemde voorwerpen, zoals b.v. stenen,
metaaldelen etc. ontdoen. Vreemde voorwerpen kunnen
terugstuiten (gevaar van verwondingen, 14), zij beschadigen
het snijgereedschap en kunnen tot gevaarlijke terugslag
(kickback) leiden.
-
Het maaigereedschap moet het volle werktoerental bereikt
hebben voordat met maaien mag worden begonnen.
Snijgereedschappen (
Beoogd gebruik)
De snijgereedschappen alleen voor het aangegeven doel
gebruiken! Een andere wijze van gebruik is niet toegestaan,
aangezien hierdoor ongevallen evenals lichamelijk letsel en
schade aan het apparaat kan worden veroorzaakt.
Snoersnijkop met 2 of 4 snoeren:
Uitsluitend voor het maaien van gras nabij muren, hekwerken,
graskanten, bomen, palen etc. (afwerken na het grasmaaien).
Wervelblad met 8 tanden, Slagmes met 4 tanden,
struikgewasmes, Gras- en onkruidblad:
Voor het snijden van stevige planten zoals: onkruid, hoog gras,
bosjes, struiken, planten, kreupelhout enz. met een maxima-
le doorsnede van de te maaien planten van 2 cm. Bij deze
werkzaamheden wordt de motorzeis van rechts naar links in een
halve cirkel heen en weer bewogen (zoals bij een handzeis) (16).
Beiteltandzaagblad:
Voor schoonmaakwerkzaamheden in de bosbouw en
kleinhoutproduktie. Maximale stamdoorsnede 15 cm (17). Het
zagen onder gelijkmatige druk uitvoeren.
Vervoer
-
Bij het vervoer en bij plaatsverandering tijdens het werk
moet de motorzeis stil worden gezet om te voorkomen,
dat het maaigereedschap ongewild begint te draaien.
-
Draag of vervoer de motorzeis nooit bij lopend maai-
gereed schap!
-
Bij vervoer over een grotere afstand moet in ieder geval de
meegeleverde maaierbeschermkap worden aangebracht.
-
Bij het transport in voertuigen op veilige ligging van de
motorzeis letten. De benzinetank vóór het transport
leegmaken.
-
Bij verzending van de motorzeis moet de brandstoftank
geheel leeg zijn.
Opslag
-
De motorzeis veilig in een droge ruimte opslaan en de
beschermkap voor metalen snijwerktuigen aanbrengen.
Berg de motorzeis ontoegankelijk voor kinderen op.
-
Bij langere opslag de motorzeis door een DOLMAR
servicewerkplaats grondig laten nakijken en een
onderhoudsbeurt laten ondergaan.
-
Bij langere opslag van de motorzeis moet de brandstoftank
geheel worden leeggemaakt en de vergasser leeggedraaid.
Brandstoffen zijn slechts beperkt houdbaar en kunnen in de
tank of in de vergasser afzetting vormen.
-
Brandstofresten in reservetanks voor andere motoren
gebruiken of ontzorgen.
Gevaar:
Let op wegvlie-
gende delen!
14
2/ 4-Snoersnijkop
4-tands slagmes
8-tands wervelblad
15
16
ø15 cm
17
Struikgewasmes
Beiteltandzaagblad
Gras- en onkruidblad
Max
7