systeemwaarschuwingen instellen
Om een systeemwaarschuwing in te stellen, selecteert u in het startscherm
> Systeem.
Klok: hiermee stelt u een waarschuwing in met behulp van de systeemklok (GPS). Voor gebruik van het
klokwaarschuwing moet het apparaat zijn ingeschakeld.
Accu: hiermee stelt u een waarschuwing in voor wanneer de accuspanning is gedaald tot een opgegeven
spanning.
gpS miswijzing: hiermee stelt u een waarschuwing in voor wanneer de nauwkeurigheid van de
GPS-positie niet langer aan de door u opgegeven waarde voldoet.
echoloodwaarschuwingen instellen
Om een echoloodwaarschuwing in te stellen, selecteert u in het startscherm
> Echolood.
OpMErKiNg: om echoloodinformatie te ontvangen, moet u beschikken over een optionele
echoloodmodule (en een op de echoloodmodule aangesloten transducer), aangesloten via NMEA 0183
of op het Garmin Marine Network.
Ondiep water/diep water: hiermee stelt u een waarschuwing in voor wanneer de diepte minder of meer
is dan de opgegeven waarde.
Water temp.: hiermee stelt u een waarschuwing in voor wanneer de transducer een temperatuur doorgeeft
die 1,1° C hoger of lager is dan de opgegeven temperatuur.
Vis: hiermee stelt u een waarschuwing in voor wanneer het apparaat een zwevend doel met de opgegeven
symbolen detecteert.
Mijn boot configureren
Om de instellingen voor uw boot te configureren, selecteert u in het startscherm
Automatische begeleiding: hier stelt u de parameters in voor de automatische begeleiding van uw boot.
•
Veilige diepte: hier stelt u de minimale diepte in (gebaseerd op de diepte onder de kaartdatum)
voor het berekenen van de route voor de automatische begeleiding.
Veilige hoogte: hier stelt u de minimale hoogte in (gebaseerd op de hoogte boven de kaartdatum)
•
van bruggen waar uw boot nog veilig onderdoor kan varen.
Kiel-offset: hier stelt u de afstand in tussen de transducer en de onderkant van de kiel. Zo kunt u de diepte
onder de kiel weergeven in plaats van de diepte onder de transducer. Voer voor deze afstand een positief
getal in. U kunt een negatief getal invoeren als u wilt compenseren voor een grote boot die een paar voet
diep in het water ligt.
De kiel-offset instellen:
1.
Selecteer in het startscherm Instellen > Mijn
2. Stel de afstand in met het toetsenblok op het scherm.
3. Druk op Klaar om het getal te bevestigen.
OpMErKiNg: selecteer
scherm Mijn boot.
transducer: hier selecteert u het transducertype, stelt u de temperatuurbron in, bepaalt u de kegelhoek
van het echolood en kalibreert u de vaarsnelheid.
•
temperatuurbron: hier stelt u de temperatuurbron in
Gebruikershandleiding GPSMAP
boot > Kiel-offset.
Annuleren
als u uw wijzigingen wilt annuleren en wilt teruggaan naar het
4000/5000-serie
®
h
et AppArAAt ConfIgureren
instellen
>
instellen
>
instellen
(transducer
of NMEA).
Alarmen
Alarmen
>
Mijn
boot.
2