2. INSTELLING VAN DE PRINTER
2.2 Werkwijze voor
gebruik
OPMERKING:
1. Om te kunnen communiceren met
een computer is een RS-232C,
Centronics, Ethernet, of USB
kabel noodzakelijk.
(1) RS-232C kabel: 9 pins
(Gebruik geen nul modem
kabel)
(2) Centronics kabel: 36 pins
(3) Ethernet kabel: 10/100 basis
(4) USB kabel: V2.0 (volle
snelheid)
2. De Printer Driver zal toelaten
om vanuit Windows te drukken
De printer kan ook gestuurd
worden met behulp van zijn eigen
programmeertaal. Contacteer uw
TOSHIBA TEC verdeler voor
meer informatie.
2.3 Het aan en afzetten
van de drukker
2.3.1 De printer aanzetten
VERWITTIGING!
Gebruik de spanningschakelaar
om de drukker onder en uit
spanning te zetten. Het
voedingsnoer koppelen en
loskoppelen om de drukker aan
en af te zetten kan aanleiding
geven tot brand, elektrische
schokken of beschadiging van
de printer.
OPMERKING:
Indien LED 1 of 2 rood brandt
raadpleeg, Sectie 4.1, Overzicht
voor het oplossen van
problemen.
Deze sectie beschrijft de stappen nodig om de printer correct in te stellen.
Haal de printer en toebehoren uit zijn verpakking.
1.
Installeer de printer waar die gebruikt gaat worden en bekijk de
2.
voorzorgsmaatregelen aanwezig in deze handleiding om de printer
correct in te stellen.
Vergewis u ervan dat de voedingschakelaar op de positie "OFF"
3.
staat. (Zie deel 2.3.)
Sluit de printer aan op een computer of netwerk via één van de
4.
volgende data kabels : RS-232C, Centronics, Ethernet of USB . (Zie
deel 2.4.)
Sluit de stroomadapter aan met de printer en vervolgens de
5.
voedingsnoer met een stopcontact dat voorzien is van een degelijke
aarding. (Zie deel 2.5)
Laad de media. (Zie deel 2.7.)
6.
Afhankelijk van de gebruikte media, stelt u de overbrengende sensor
7.
of de zwarte stip sensor in. (Zie deel 2.7.)
Installeer de Printer Driver op de computer. (de Printer Driver staat
8.
op de CD-ROM.)
Zet de printer aan. (Zie deel 2.3.)
9.
Wanneer de drukker met een computer is verbonden, is het een goede
gewoonte om eerst de printer onder spanning te zetten en pas dan de
computer en ook eerst de computer uit te schakelen en pas daarna de
drukker in te schakelen.
1. Om de printer aan te zetten, moet de spanningschakelaar ingedrukt
worden volgens onderstaande figuur. Merk op dat ( | ) de zijde van de
schakelaar is waarbij de printer onder spanning staat.
2. Wanneer de printer wordt ingeschakeld zullen LED 1 en 2 oplichten,
eerst oranje, dan dimmen en tenslotte zal LED 1 hierna groen
oplichten.
N2- 2
NEDERLANDSE VERSIE NO1-33097
2.2 Werkwijze voor gebruik
Spanningschakelaar