Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Invoegen Van Een Intropatroon Of Eindpatroon - Casio LK-S250 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

■ FINGERED
Met deze akkoord-vingerzetmodus speelt u akkoorden op het
begeleidingstoetsenbord met behulp van hun normale
akkoord-vingerzettingen. Merk op dat sommige akkoorden
ook kunnen worden gevormd met verkorte vingerzettingen
van één of twee klaviertoetsen. Zie de "Vingerzettinggids"
(pagina NL-51) voor informatie over de typen akkoorden en
hun vingerzettingen.
Begeleidingstoetsenbord
● FINGERED 1
Speel de componentnoten van het akkoord op het
toetsenbord.
● FINGERED 2
In tegenstelling tot FINGERED 1, is een 6de invoer niet
mogelijk bij deze modus.
● FINGERED ON BASS
Speel de componentnoten van het akkoord op het
toetsenbord. Bij deze modus is de invoer van gedeeltelijke
akkoorden mogelijk met de laagste noot op het toetsenbord
als de basisnoot.
● FINGERED ASSIST
In aanvulling op de FINGERED 1 invoer, kunt u ook de
onderstaande vingerzettingen gebruiken om de drie typen
akkoorden te spelen.
Mineur
Eén klaviertoets voor de basisnoot en de
akkoorden (Cm)
dichtstbijzijnde zwarte toets links ervan.
Septiem
Eén klaviertoets voor de basisnoot en de
akkoorden (C7)
dichtstbijzijnde witte toets links ervan.
Mineur septiem
Eén klaviertoets voor de basisnoot en de
akkoorden
dichtstbijzijnde zwarte toets en witte
(Cm7)
toets links ervan.
■ FULL RANGE CHORD
Bij deze akkoord-vingerzetmodus kunt u het volledige bereik
van het toetsenbord gebruiken om akkoorden en de melodie
te spelen.
Begeleidingstoetsenbord/Melodietoetsenbord
Invoegen van een intropatroon of
eindpatroon
Gebruik de onderstaande procedure om een intropatroon of
eindpatroon van een paar maten in te voegen.
1.
Houd in de ritmemodus de ACMP toets lang
ingedrukt.
Er verschijnt even "INTRO/ENDING ON" op het display
en dan "INTRO>V1" als het huidige patroon.
• Om INTRO/ENDING uit te schakelen en "INTRO/
ENDING OFF" weer te geven, houdt u de ACMP toets
opnieuw lang ingedrukt.
2.
Druk op de PTRN toets om het patroon te
veranderen.
Bij enkele malen indrukken van de PTRN toets verandert
de instelling als volgt: "INTRO>V1", "INTRO>V2", "V1",
"V2".
• "INTRO>V1" en "INTRO>V2" zijn patronen met intro's.
• "V1" en "V2" zijn de afkortingen voor "VAR1" en
"VAR2".
3.
Druk op a om de ritmeweergave te starten.
Als u een patroon met een intro heeft geselecteerd,
wordt met de intro gestart en dan begint het patroon te
klinken nadat de intro is afgelopen.
• In plaats van op a te drukken om met de
ritmeweergave te starten, kunt u ook op de ACMP
toets drukken om de "AC" indicator te laten
verschijnen. In dit geval wordt door het spelen van een
akkoord gestart met de intro samen met de
begeleiding.
• Druk op de PTRN toets om een intro te stoppen en
over te schakelen naar patroonweergave.
• Merk op dat u niet "INTRO>V1" of "INTRO>V2" kunt
selecteren terwijl ritmeweergave aan de gang is.
4.
Druk op a bij het punt waar u wilt dat het
eindpatroon moet klinken.
"ENDING" zal op het display verschijnen. Het
eindpatroon speelt waarna het ritme stopt.
NL-33
Spelen met een ritme-ondersteuning

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave