6 Ingebruikname
6.2
Installatie vullen en ontluchten
1.
Schakel het product via een alpolige scheidingsinrich-
ting met minstens 3 mm contactopening (bijv. zekerin-
gen of vermogensschakelaar) spanningsvrij.
2.
Haal de frontmantel eraf. (→ Pagina 10)
6.2.1
Afsluitvoorzieningen openen
▶
Open alle evt. ter plekke aanwezige afsluitvoorzieningen.
6.2.2
Boiler vullen en ontluchten
1.
Zorg ervoor, dat de aftapklep op de boiler gesloten is.
2.
Open vervolgens de afsluitvoorziening in de koudwater-
leiding.
3.
Open een warmwateraftappunt en laat de lucht zolang
uit de leiding ontsnappen, tot het water zonder bellen
naar buiten komt.
6.2.3
CV-circuit vullen
▶
Vul het CV-circuit via de vul- en aftapaansluiting, → instal-
latie- en onderhoudshandleiding van de CV-ketel.
6.2.4
Zonnesysteem vullen en ontluchten
Gevaar!
Gevaar voor verbranding door lekkende
hete collectorvloeistof
Bij het vullen van het zonnecircuit kan hete
collectorvloeistof lekken en tot verbrandingen
leiden.
▶
Vul het zonnecircuit alleen bij koude col-
lectoren.
▶
Vul het zonnecircuit bij zonnig weer in de
ochtend- of avonduren of bij afgedekte
collectoren.
Opgelet!
Defect door verkeerd spoelen en legen
van de collectorrijen
Door verkeerd spoelen en legen van parallel
geschakelde collectorrijen kan er lucht in het
zonnesysteem blijven.
▶
Voorzie elke collectorrij van een afsluit-
klep.
▶
Spoel telkens slechts een collectorrij.
▶
Nadat u alle rijen gespoeld en geleegd
hebt, opent u alle afsluitkleppen.
1.
Vul het zonnecircuit uitsluitend met kant-en-klaar ge-
mengde Vaillant collectorvloeistof.
2.
Vul het zonnecircuit met de verplaatsbare Vaillant vulin-
richting of de Vaillant vulpomp.
16
6.2.4.1 Zonnesysteem vullen
Opgelet!
Defect door lucht in het zonnecircuit
Door verkeerd vullen kan er lucht in het zon-
nesysteem blijven.
▶
Controleer het vullen van het zonnesys-
teem.
1.
Zorg er bij grotere zonnesystemen voor, dat het zonne-
circuit altijd genoeg collectorvloeistof heeft. Gebruik evt.
extra recipiënten.
2.
Stel de voordruk van het zonne-expansievat voor het
vullen van de installatie in.
3.
Zorg ervoor, dat de vulpomp uitgeschakeld is.
2
1
4.
Verbind de vulvoorziening zoals afgebeeld met het pro-
duct.
5.
Open de vulkranen (1) en (2) volledig.
6.
Schakel de vulpomp in.
7.
Laat de vulpomp minstens 15 minuten lopen.
8.
Let op het collectorvloeistofpeil in het collectorvloeistof-
reservoir.
9.
Zorg ervoor dat het collectorvloeistofreservoir altijd vol-
doende collectorvloeistof bevat.
10. Controleer of de collectorvloeistof uit de terugloopslang
in het collectorvloeistofreservoir terugstroomt.
◁
Als uit de terugloopslang zonder bellen collector-
vloeistof naar buiten komt, dan is het zonnesysteem
gevuld.
11. Sluit de vul- en aftapkranen.
12. Zet de vulpomp af.
Installatie- en onderhoudshandleiding GHS 8 0020206876_01