Gebruiksaanwijzing
Grooming wordt bovengronds uitgevoerd in de graslaag en
stimuleert verticale groei van gras, vermindert vleugvorming
en snijdt uitlopers door, waardoor een dichtere grasmat
ontstaat. Groomen zorgt voor een uniformere en dichter
begroeid speeloppervlak, zodat de golfbal sneller en
nauwkeuriger beweegt.
Verticuteren is een wat agressievere cultiveringstechniek voor
het verwijderen van gazonvilt door dóór de graslaag en in de
viltlaag te snijden. Groomen mag niet als vervanging voor
verticuteren worden beschouwd. Verticuteren is normaal
gesproken een rigoreuzere en periodieke behandeling die het
speeloppervlak tijdelijk kan beschadigen, terwijl groomen
een routinematige en zachtaardigere behandeling is die is
ontworpen voor het verzorgen van de grasmat.
Figuur 21
1. Uitlopers (stolonen)
Groomerborstels zijn ontworpen om, wanneer ze zijn
ingesteld om de graslaag licht te raken, minder schadelijk
te zijn dan traditionele messen. Borstelen is beter voor de
ultra-dwergvariëteiten, omdat deze grassoorten een enigszins
verticaler groeipatroon hebben en minder goed voor een
dichte begroeiing zorgen dan bij horizontale groei. Borstel
kunnen het bladweefsel echter beschadigen als deze zo zijn
ingesteld dat ze te diep door de graslaag dringen.
Groomen lijkt op verticuteren doordat hierbij uitlopers
worden doorgesneden. Anders dan bij verticuteren of
ontvilten mogen de messen van de groomer nooit de
grond binnendringen. De messen van de groomer zijn
dichter bij elkaar geplaatst en worden vaker gebruikt dan
verticuteermessen zodat zij effectiever zijn bij het doorsnijden
van uitlopers en het verwijderen van gazonvilt.
Aangezien grooming het bladweefsel enigszins beschadigt,
moet het tijdens stressvolle periodes worden vermeden.
Speciale grassoorten voor koele seizoenen, zoals fioringras en
blauwgras, mogen niet worden behandeld gedurende periodes
met hoge temperaturen (en hoge luchtvochtigheid) in hartje
zomer.
Het is moeilijk specifieke aanbevelingen over het gebruik van
de messenkooi van de groomer te doen, omdat de resultaten
afhankelijk zijn van zo veel verschillende factoren, waaronder:
•
de tijd van het jaar (d.w.z. het groeiseizoen) en het
weerpatroon;
•
de algemene staat van elke green;
2. Gazonvilt
•
de frequentie van het groomen/maaien – zowel het aantal
maaibeurten per week als het het aantal werkgangen per
maaibeurt;
•
de maaihoogte-instelling van de belangrijkste messenkooi;
•
de hoogte/diepte-instelling van de messenkooi van de
groomer;
•
hoe lang de messenkooi van de groomer op de green in
gebruik is geweest;
•
het soort gras op de green;
•
het algemene onderhoudsprogramma (d.w.z. beregening,
bemesting, spuiten, beluchting, overzaaien);
•
betreding;
•
stressvolle periodes (d.w.z. hoge temperaturen, hoge
luchtvochtigheid, ongebruikelijk intensieve betreding van
de grasmat).
Deze factoren kunnen per golfbaan en per green verschillen.
Het is daarom belangrijk de greens regelmatig te inspecteren
en de groominggebruiken in overeenstemming met de
behoefte te variëren.
De groomer is in de fabriek afgesteld op een mesafstand van
13 mm. Met deze instelling kunt u iets dieper groomen om
uitlopers door te snijden zonder de grasmat overmatig uit te
dunnen. Door afstandsstukken te verwijderen en messen toe
te voegen of door afstandsstukken toe te voegen en messen
te verwijderen, kan de afstand van de groomer worden
aangepast van 6 tot 19 mm.
Groomen met een mesafstand van 6 mm wordt aanbevolen
voor periodes met snelle groei (van de lente tot de vroege
zomer) om de toplaag uit te dunnen. Groomen met een
mesafstand van 19 mm wordt aanbevolen voor periodes met
langzame groei (van de late zomer tot de herfst en winter).
Tijdens stressvolle periodes kan het beter zijn om de groomer
niet te gebruiken.
Opmerking: Bij het groomen met een mesafstand van 6
mm wordt er meestal meer gras en vilt verwijderd en worden
er meer uitlopers doorgesneden dan bij het groomen met een
mesafstand van 13 mm of 19 mm. Als u gaat groomen met
een mesafstand van 6 mm kan een- of tweemaal groomen per
week voldoende zijn, behalve tijdens periodes met maximale
groei.
Opmerking: Bij gebruik van een groomer dient de
gewoonte om de maairichting te veranderen telkens als de
green wordt gemaaid, te worden voortgezet. Hierdoor zal het
effect van het groomen worden verbeterd.
8