GEVAAR
Benzine is uitermate ontvlambaar en explosief.
Brand of explosie van benzine kan brandwonden
veroorzaken.
• Om te voorkomen dat een statische lading de
benzine tot ontbranding kan brengen, moet
u het benzinevat en/of de machine voordat u
de tank vult op de grond plaatsen, niet op een
voertuig of een ander object.
• Vul de brandstoftank in de open lucht wanneer
de motor koud is. Neem gemorste benzine op.
• Rook niet als u omgaat met benzine, en houd
benzine uit de buurt van open vuur of brandstof.
• Bewaar benzine in een goedgekeurd benzinevat
en buiten bereik van kinderen.
1. Reinig de omgeving van de tankdop en verwijder de
dop van de tank (Figuur 7).
1
1. 1 cm
2. Vul de brandstoftank tot er nog minstens 1 cm onder
de onderkant van de vulbuis vrij blijft, zodat de benzine
kan uitzetten.
3. Draai de brandstofdop stevig vast met de hand.
Het motoroliepeil controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
1. Verwijder de peilstok, veeg deze schoon en steek de
peilstok in de vulbuis, maar schroef de peilstok niet
vast (Figuur 8).
G020143
Figuur 7
2. Haal de peilstok eruit en controleer het oliepeil (Figuur
8). Als het peil onder de Bijvullen-markering op de
peilstok staat, giet dan langzaam voldoende olie in de
vulopening totdat het peil de VOL-markering op de
peilstok bereikt. Niet te vol vullen. (Maximaal vullen:
0,65 l, type: 10W-30 of SAE 30 reinigingsolie met
onderhoudsclassificatie SJ van het American Petroleum
Institute (API) of hoger.)
Opmerking: Als u te veel olie in de motor hebt
gedaan, moet u deze eruit gieten volgens de instructies;
raadpleeg Motorolie verversen (bladz. 15).
3. Plaats de peilstok weer stevig op zijn plaats.
De maaihoogte instellen
WAARSCHUWING
Bij het instellen van de maaihoogte kunt u in
aanraking komen met een bewegend mes. Dit kan
ernstig letsel veroorzaken.
• Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand gekomen zijn.
• Plaats uw vingers niet onder de behuizing als u
de maaihoogte instelt.
VOORZICHTIG
Als de motor heeft gelopen, kan de geluiddemper
heet zijn en ernstige brandwonden veroorzaken.
Blijf uit de buurt van een hete geluiddemper.
Zet de maaihoogte op de gewenste stand. Stel alle vier wielen
op dezelfde hoogte in.
Opmerking: Om de maaimachine hoger te zetten, moet u
de maaihoogtehendels naar voren bewegen; om de machine
lager te zetten, moet u alle hendels naar achteren bewegen
(Figuur 9).
9
G020008
Figuur 8