5.
Vul het brandstofsysteem als volgt als een nieuwe motor voor de eerste maal wordt gestart, als een
motor zonder brandstof heeft gelopen of de brandstof is afgetapt:
a. Draai het contactslot gedurende drie seconden naar de stand 'ON' (AAN) en dan gedurende vijf
seconden terug naar de stand 'OFF' (UIT).
b. Herhaal deze procedure vijf maal zodat de elektrische brandstofpomp het brandstofsysteem vult.
6.
Draai de contactsleutel naar de stand START. Als de motor niet binnen tien seconden aanslaat, draai
dan de sleutel terug naar ON, wacht 30 seconden en probeer het nogmaals.
NB: Het elektronische startsysteem verricht automatisch een voorinspuiting (choke) van de motor en voert
het stationair toerental op.
Schakelen
F
a
a -
Dubbele hendel
b -
Enkele hendel
1.
De jetaandrijving heeft drie schakelstanden voor bedrijf: Vooruit (F), Neutraal (N), Achteruit (R).
a. Vooruit (F) - al het water gaat langs de voortstuwingsomkeerklep voor voorwaartse stuwing en
vooruit varen van de boot.
b. Neutraal (N) - de voorstuwingsomkeerklep dekt het wateruitlaatmondstuk voor de helft af, zodat
de stuwkracht naar voren en achteren wordt verdeeld. De aandrijfimpeller blijft draaien en de boot
kan enigszins één kant op drijven. Dit is normaal voor een boot met directe jetaandrijving. Wees
altijd voorzichtig wanneer de motor draait.
c. Achteruit (R) - de voortstuwingsomkeerklep dekt het wateruitlaatmondstuk geheel af, zodat
waterstroom naar voren wordt geleid en de boot achteruit wordt gestuwd.
2.
Duw nadat de aandrijving naar vooruit of achteruit is geschakeld de gashendel verder naar voren om
de snelheid op te voeren.
NB: Bestuurders moeten de stopmanoeuvre oefenen om te wennen aan de besturing van een boot met
jetaandrijving.
3.
Om de boot op normale wijze stil te leggen verlaagt u het toerental geleidelijk alvorens naar de
neutraalstand te schakelen. Wees voorzichtig bij het schakelen en keren, want u zult enigszins de
controle over de besturing verliezen. De besturing is sterk afhankelijk van de opgewekte stuwkracht.
De motor afzetten
1.
Verlaag het motortoerental totdat de boot volledig tot stilstand is gekomen.
2.
Schakel de jetaandrijving naar neutraal.
nld
BEDIENING
N
F
R
19804
N
R
b
44356
21