GEVAAR
Als de mesremkoppeling buiten werking is, blijft
het mes draaien als u de bedieningsstang vrij zet.
Contact met het mes kan ernstig letsel veroorzaken.
• Controleer de mesremkoppeling vóór elk
gebruik.
• Gebruik nooit een maaimachine met
een mesremkoppeling waarvan het
veiligheidssysteem niet functioneert.
• Breng uw maaimachine naar een erkende
servicedealer om deze te laten repareren als
het veiligheidssysteem niet naar behoren
functioneert.
Test met behulp van de grasvanger
U kunt met behulp van de grasvanger een
aanvullende test uitvoeren om het mechanisme van de
mesremkoppeling te controleren:
1. Plaats de lege grasvanger op de afvoertunnel.
2. Start de motor.
3. Zet de bedieningsstang omlaag in de laagste positie.
4. Trek de bedieningsstang omhoog tot de normale
positie om het mes in te schakelen, ongeveer 2,5 cm
onder de handgreep. De grasvanger moet gaan
opzwellen. Dit betekent dat het mes is ingeschakeld
en draait.
5. Laat de bedieningsstang van het maaimes los. Als de
grasvanger niet onmiddellijk kleiner wordt, betekent
dit dat het mes nog steeds draait. Dit kan erop
duiden dat de mesremkoppeling gebreken heeft.
Als u hierop geen acht slaat, kan dit ertoe leiden
dat u de machine niet veilig kun gebruiken. Neem
contact op met een erkende servicedealer om uw
maaimachine te laten inspecteren en repareren.
Maaihoogte instellen
Elk wiel kan afzonderlijk worden ingesteld met een
maaihoogtehendel. De maaihoogten zijn 25 mm,
38 mm, 51 mm, 64 mm, 76 mm en 89 mm.
GEVAAR
Bij het verstellen van een maaihoogtehendel
kunnen uw handen in aanraking komen met een
bewegend mes. Dit kan ernstig lichamelijk letsel
veroorzaken.
• Zet de motor af en wacht tot alle bewegende
delen stilstaan voordat u de maaihoogte instelt.
• Plaats uw vingers niet onder de maaikast als u
de maaihoogte instelt.
1. Druk de maaihoogtehendel tegen het wiel
(Figuur 21) en kies de gewenste maaihoogte.
1. Maaihoogtehendel van wiel
2. Laat de maaihoogtehendel los en zorg ervoor dat
deze goed in de uitsparing valt.
3. Alle wielen moeten op dezelfde maaihoogte worden
ingesteld.
De grasvanger gebruiken
Het kan voorkomen dat u de grasvanger wilt gebruiken
voor extra lang gras, sappig gras of bladeren.
Montage van de grasvanger
1. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand gekomen zijn.
2. Zorg ervoor dat de handgreep van het afvoerdeurtje
helemaal naar voren staat en de pen vastzit in de
grendel (Figuur 22).
1. Grasvangerframe op
steunstang
2. Pen in grendel
3. Schuif de opening in het grasvangerframe op de
steunstang op het uitwerpkanaal (Figuur 22).
18
Figuur 21
Figuur 22
3. Handgreep helemaal naar
voren en afvoerdeurtje
gesloten