Problemen, oorzaak en remedie
Uw maaimachine is ontworpen en gefabriceerd voor een probleemloze werking. Controleer zorgvuldig de volgende
onderdelen en artikelen, en zie Onderhoud, blz. 18 voor meer informatie. Indien een probleem zich blijft voordoen, moet u
contact opnemen met een erkende Service Dealer.
Probleem
Motor start niet
Motor start moeilijk of verliest
vermogen
g
Mogelijke oorzaken
1. Brandstoftank leeg of oude
benzine in het brandstof-
systeem.
2. De gashendel staat niet op
Choke.
3. De kabel is niet aangesloten op
de bougie.
4. De bougie is aangetast, vuil, of
de elektrodenafstand is niet
correct afgesteld.
1. De brandstoftank bevat oude
benzine.
2. De ventilatieopening in de
brandstoftankdop is verstopt.
3. Het luchtfilterelement is vuil en
belemmert de luchtstroom.
4. De onderkant van het maaidek
is bedekt met maaisel en
rommel.
5. De bougie is aangetast, vuil, of
de elektrodenafstand is niet
correct afgesteld.
6. Het motoroliepeil is te laag of
de olie is vuil.
30
Remedie
1. Brandstoftank aftappen en
vullen met verse benzine.
Neem contact op met een
erkende Service Dealer, als het
probleem blijft voortduren.
2. Zet de gashendel op Choke.
3. Sluit de bougiekabel aan op de
bougie.
4. De bougie controleren en
indien nodig de elektroden-
afstand afstellen. De bougie
vervangen als deze aangetast,
vuil of gebarsten is.
1. Tap de brandstoftank af en vul
die weer met verse benzine.
2. Reinig de ventilatieopening van
de brandstoftankdop of
vervang de dop.
3. Reinig het schuimfilterelement
en/of vervang het papieren
luchtfilterelement.
4. De onderkant van het maaidek
reinigen.
5. De bougie controleren en
indien nodig de elektroden-
afstand afstellen. De bougie
vervangen als deze aangetast,
vuil of gebarsten is.
6. Het motoroliepeil controleren.
Olie verversen als deze vuil is
of olie bijvullen als het oliepeil
te laag is.