Benzine aftappen uit de
brandstoftank en
brandstoffilter reinigen
Het brandstoffilterelement (filterzeef) bevindt zich aan de
binnenkant van de benzinetank. Reinig het brandstoffilter-
element om de 100 bedrijfsuren.
1. Zet de motor af en wacht tot deze is afgekoeld.
Belangrijk
U mag uitsluitend benzine aftappen als de
motor koud is.
2. Maak de bougiekabel los van de bougie (Fig. 11).
3. Verwijder de brandstofslang door de pijpklem bij de
carburateur los te maken (Fig. 36).
4. Open de brandstofklep door de hendel op Open te
zetten (Fig. 8).
5. Laat alle benzine uit de tank en de brandstofleiding in
een goedgekeurd benzinevat lopen.
6. Verwijder de benzinetank van de maaimachine.
7. Giet een kleine hoeveelheid benzine in de tank, schud
de tank en laat de benzine daarna in een goedgekeurd
benzinevat lopen.
8. Monteer de brandstoftank en de brandstofslang; zie
Brandstoftank en brandstofslang monteren, blz. 8.
Ruimte onder de drijfriemkap
reinigen
Zorg ervoor dat de ruimte onder de drijfriemkap vrij blijft
van rommel of vuil.
1. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand gekomen zijn.
2. Verwijder de bouten waarmee de drijfriemkap
(Fig. 31) is bevestigd aan de maaikast.
1
Figuur 31
1. Drijfriemkap
3. Til de drijfriemkap omhoog en veeg alle rommel weg
uit de omgeving van de riem.
4. De drijfriemkap terugplaatsen.
Smering van de draaiarmen
Om de 50 bedrijfsuren of bij het einde van het seizoen
moeten de draaiarmen worden gesmeerd.
1. Zet de maaihoogtehendels van de achterwielen in de
middelste afstelling.
2. Veeg de smeernippels af met een schone doek
(Fig. 32).
1. Smeernippel
3. Zet de vetspuit op de smeernippel en pomp er
voorzichtig twee à drie slagen Nr 2 smeervet op
lithiumbasis voor algemene doeleinden in (Fig. 32).
Opmerking: Als de druk te hoog is, kunnen de pakkingen
worden beschadigd.
m-224
24
1
m-232
Figuur 32