13. Loop om de maaimachine heen om te kijken waar de
prop is. Als de prop niet onder het maaidek gaat,
herhaalt u stappen 6 tot en met 12.
14. Trek de maaimachine weg van de prop. Als de prop uit
elkaar gevallen of versnipperd is, duidt dit erop dat het
mes niet op de juiste manier is gestopt. Dit betekent
dat u de machine niet veilig kunt gebruiken. Neem
contact op met een erkende Service Dealer.
Om te controleren of er problemen met de mesremkoppeling
zijn voordat deze het normale gebruik verstoren, kunt u de
volgende Speciale Test uitvoeren.
Speciale Test
1. Volg stappen 1 tot en met 7 van de Normale Test, zie
blz. 13.
2. Zet de bedieningsstang van het maaimes omlaag in de
laagste positie (positie B in Fig. 17).
3. Zet de bedieningsstang in de middelste positie on-
geveer 13 cm onder de dwarsstang van de handgreep
(positie C in Fig. 18).
C
B
Figuur 18
Opmerking: Deze middelste positie (C) is niet de
normale bedieningspositie van de bedieningsstang. Maar
hiermee kan bijtijds worden ontdekt dat de mesrem-
koppeling vastzit, zodat wordt voorkomen dat er later een
onveilige situatie ontstaat.
4. Zet de bedieningsstang vrij (positie B in Fig. 18).
Opmerking: Als u een luid "plofgeluid" hoort, hebt u de
bedieningsstang te hoog gezet. Herhaal stappen 2 tot en
met 4 boven, maar zet de bedieningsstang niet zo hoog als
in stap 3.
5. Duw de maaimachine onmiddellijk over de prop
krantenpapier.
6. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand gekomen zijn.
7. Loop om de maaimachine heen om te kijken waar de
prop is. Als de prop niet onder het maaidek gaat:
A. Plaats de prop 13 cm vóór de maaimachine
B. Start de motor.
C. Volg stappen 2 tot en met 6 boven.
8. Trek de maaimachine weg van de prop. Als de prop uit
elkaar gevallen of versnipperd is, duidt dit erop dat de
mesremkoppeling gebreken heeft die ertoe kunnen
leiden dat u de machine niet veilig kunt gebruiken.
Neem contact op met een Erkende Service Dealer om
uw maaimachine te laten inspecteren en repareren.
Als de mesremkoppeling buiten werking is, blijft het
mes draaien als u de bedieningsstang vrij zet.
Contact met het mes kan ernstig letsel veroorzaken.
• Controleer voor elk gebruik of de mesrem-
koppeling werkt.
• Gebruik nooit een maaimachine met een
mesremkoppeling waarvan het veiligheids-
systeem niet functioneert.
• Breng uw maaimachine naar een Erkende
Service Dealer om deze te laten repareren als
het veiligheidssysteem niet naar behoren
functioneert.
m-5086
Test met behulp van de grasvanger
U kunt met behulp van de grasvanger een aanvullende test
uitvoeren om het mechanisme van de mesremkoppeling te
controleren:
1. Plaats de lege grasvanger op de afvoertunnel.
2. Start de motor.
3. Duw de bedieningsstang (Fig. 15) omlaag in zijn
laagste positie.
4. Trek de bedieningsstang omhoog tot de normale positie
om het mes in te schakelen, ongeveer 2,5 cm onder de
handgreep. De grasvanger moet gaan opzwellen. Dit
betekent dat het mes is ingeschakeld en draait.
5. Laat de bedieningsstang van het maaimes los. Als de
grasvanger niet onmiddellijk kleiner wordt, betekent
dit dat het mes nog steeds draait. Dit kan erop duiden
dat de mesremkoppeling gebreken heeft. Als u hierop
geen acht slaat, kan dit ertoe leiden dat u de machine
niet veilig kun gebruiken. Neem contact op met een
erkende Service Dealer om uw maaimachine te laten
inspecteren en repareren.
14
(Fig. 14).
Gevaar