Figuur 44
1. Wasaansluiting
4. Draai de kraan open.
5. Start de motor en laat deze lopen totdat er geen
maaisel meer onder de maaikast vandaan komt.
6. Zet de motor af.
7. Draai de kraan dicht en maak de tuinslang los van de
maaimachine.
8. Start de motor en laat deze een paar minuten lopen
om de maaikast te drogen.
Stalling
Stal de maaimachine op een koele, schone en droge
plaats.
Voorbereidingen voor stalling
WAARSCHUWING
Benzinedampen kunnen tot ontploffing komen.
• Bewaar benzine niet langer dan 30 dagen.
• Stal de maaimachine nooit in een afgesloten
ruimte in de nabijheid van open vuur.
• Laat de motor afkoelen voordat u de machine
stalt.
1. Als u de tank voor de laatste keer van het jaar vult,
moet u een stabilizer toevoegen aan de benzine
volgens de voorschriften van de fabrikant.
2. Laat de motor lopen totdat hij afslaat door gebrek
aan benzine.
3. Laat de motor lopen totdat deze afslaat. Als de
motor niet meer wil starten, is de benzine voldoende
verbruikt.
4. Maak de bougie los van de bougie en bevestig deze
aan de steunstang.
5. Verwijder de bougie, giet 30 ml olie in het bougiegat
en trek verschillende keren langzaam aan het
startkoord om de olie over de cilinderwand te
verspreiden teneinde corrosie in de stallingsperiode
te voorkomen.
6. Plaats de bougie en draai hem met behulp van een
momentsleutel vast met een torsie van 20 Nm.
7. Laad de accu voor het eerste gebruik gedurende
24 uur op, haal vervolgens de acculader uit het
stopcontact en stal de machine in een onverwarmde
ruimte. Als u de machine in een verwarmde ruimte
stalt, moet u de accu om de 90 dagen opladen
(uitsluitend model 20796).
De handgreep inklappen
WAARSCHUWING
Als u tijdens het inklappen van de handgreep voor
opslag of transport per ongeluk de sleutel aanraakt
en de bladcontrolebalk inschakelt, kan de motor
starten en het mes gaan ronddraaien, wat ernstig
letsel kan veroorzaken.
Verwijder de contactsleutel voordat u de handgreep
inklapt.
21