Laad de accu voor het eerste gebruik gedurende 24 uur
op, doe dit vervolgens elke maand (steeds na 25 keer
starten) of wanneer dit nodig is. Gebruik de lader altijd
in een overdekte ruimte en laad de accu indien mogelijk
op bij een temperatuur tussen 0 °C en 41 °C.
1. Sluit de acculader aan op de kabelboom van de
machine, die zich onder het contactsleuteltje bevindt
(Figuur 39).
Figuur 39
2. Sluit de acculader aan op een stopcontact.
Opmerking: Als de accu niet meer kan worden
opgeladen, moet u deze afvoeren of verwerken
volgens de plaatselijk geldende voorschriften.
Opmerking: De lader is mogelijk voorzien van een
LED-display met twee kleuren waarmee de volgende
laadstatus kan worden weergeven:
• Een rood lampje geeft aan dat de lader de accu laadt.
• Een groen lampje geeft aan dat de accu volledig is
opgeladen of dat de lader is losgekoppeld van de
accu.
• Een knipperend licht dat wisselt tussen rood
en groen geeft aan dat de accu bijna volledig is
opgeladen. Het duurt hierna nog maar enkele
minuten tot de accu volledig is opgeladen.
De zekering vervangen
Uitsluitend model 20796
Als de accu niet oplaadt of de motor niet gaat lopen
met behulp van de elektrische starter, is de zekering
waarschijnlijk doorgebrand. Monteer een nieuwe 40 A
insteekzekering.
1. Maak beide uiteinden van het accudeksel los en
verwijder dit (Figuur 40).
2. Plaats de zekering in de betreffende houder
(Figuur 41).
Opmerking: Er wordt een zekering bij uw maaier
geleverd en er bevindt zich nog een andere zekering
in de accuhouder.
3. Plaats het accudeksel.
De tandwieloverbrenging
smeren
Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren
1. Veeg de smeernippels aan de binnenkant van de
achterwielen af met een schone doek (Figuur 42).
2. Zet een vetspuit op elke smeernippel en pomp er
voorzichtig twee of drie slagen Nr. 2 smeervet op
lithiumbasis voor algemene doeleinden in.
Het maaimes vervangen
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
19
Figuur 40
Figuur 41
Figuur 42