Bediening van het apparaat > Verzenden
Bevestig de gegevens.
3
Het bevestigingsscherm voor de verbinding verschijnt. Druk op [Ja] om de verbinding te
controleren en op [Nee] om dit niet te doen.
"Verbonden" verschijnt wanneer de verbinding met de bestemming correct tot stand is
gebracht. Als "Kan geen verbinding maken" verschijnt, controleer dan de ingevoerde
gegevens.
Om te verzenden naar meerdere bestemmingen, herhaal de stappen 1 tot 3.
Bestemmingen kunnen op een later moment worden gewijzigd.
Bestemmingen controleren en bewerken (pagina 5-20)
5-19