H
3 W
OOFDSTUK
ERKING
Problemen oplossen bij batterijfouten
Als de lader een batterijfout detecteert, kunt u de volgende taken uitvoeren om de aard van de
fout vast te stellen.
1. Verwijder de batterij en inspecteer deze. Als de behuizing of de contacten van de batterij
beschadigd zijn, staakt u het gebruik van deze batterij.
Inspecteer het oplaadvak. Als het oplaadvak of de contacten hiervan vies zijn, haalt u de
2.
stekker van de lader uit het stopcontact en reinigt u het oplaadvak en de contacten (volgens
de procedure in hoofdstuk 4). Plaats vervolgens de batterij opnieuw. Als de behuizing van de
lader of het oplaadvak beschadigd is, haalt u de stekker van de lader uit het stopcontact en
staakt u het gebruik van de lader. Test vervolgens de batterij in een schone, onbeschadigde
lader.
Als de batterij en de lader schoon en onbeschadigd zijn, plaatst u de batterij opnieuw.
3.
Als de Fout-LED gaat branden nadat de batterij opnieuw is geplaatst, verwijdert u de
4.
batterij. Wacht tien seconden en druk dan op de Test-knop van de batterij. Als de
Fout- LED van de batterij gaat branden, staakt u het gebruik van de batterij. Als de Fout-LED
van de batterij niet gaat branden, plaatst u de batterij in een andere lader.
Batterijen testen (handmatige procedure)
Als in een van de oplaadvakken een batterijtest wordt uitgevoerd, is dit niet van invloed
op de andere vakken (behalve dat de oplaadtijd mogelijk langer is).
Bij de batterijtest wordt de capaciteit van de batterij gemeten.
Wanneer moet een batterij worden getest en opnieuw worden gekalibreerd?
Batterijen dienen te worden getest en opnieuw te worden gekalibreerd na een aantal
gebruikscycli (laad- en ontlaadcycli). Het aantal gebruikscycli tussen batterijtests is
afhankelijk van het type batterij. Alle Smart-loodzuurbatterijen bijvoorbeeld moeten
na twintig gebruikscycli of eens in de drie maanden worden getest, terwijl de
SurePower batterij automatisch opnieuw wordt gekalibreerd wanneer dit nodig is.
Opmerking: De batterijtest is doorstaan (gereed-LED brandt) als de batterij kan worden
3-4
opgeladen tot minimaal 60% van de oorspronkelijke oplaadcapaciteit bij
levering door de fabriek. De gebruiksduur van loodzuurbatterijen die de test
niet doorstaan, kan bij plaatsing in een defibrillator significant korter zijn.
Het gebruik van dergelijke batterijen dient te worden gestaakt.
www.zoll.com
9650-0535-16 Rev. C