3. Installatie
ä
Let op!
Het apparaat mag alleen geïnstalleerd worden door
gekwalificeerd personeel. Geen enkel apparaat uit deze range
weegt meer dan 20kg, zodat één persoon het apparaat
kan verplaatsen. Voor de afmetingen en het gewicht van elk
model, zie technische gegevens.
Wanneer het apparaat geïnstalleerd of verplaatst wordt, dient
men handschoenen of soortgelijke bescherming te dragen ter
bescherming van uzelf of van derden. Voor het demonteren van
de metalen behuizing dient men de 2 bouten aan de onderzijde
los te draaien. Om de behuizing van de bodemplaat te verwij-
deren haalt u de onderzijde van de behuizing naar u toe en til
de behuizing vervolgens omhoog. Teken de bevestigingsgaten
af op de positie waar de ventilator geplaatst gaat worden. Boor
de gaten en plaatst de meegeleverde pluggen. Bevestig de
bodemplaat aan de muur. Sluit de ventilator elektrisch aan vol-
gens de Elektrische schema's. Zorg voor voldoende beveiliging
volgens de huidig geldende normen.
3.1. Elektrische schema's
ä
Let op!
Voor eventuele storingen is het absoluut noodzakelijk dat
het apparaat is aangesloten aan aarde.
Wanneer alle elektrische bekabeling is aangesloten controleer
of ze vast zitten en plaats de metalen externe behuizing terug.
Nadat het apparaat is gestart, controleer of:
•
De draairichting juist is.
•
De elektrische stroomopname overeenkomt met
de beveiliging.
•
Er buitengewone trillingen ontstaan welke de
stabiliteit van het apparaat kan beïnvloeden.
Wanneer het apparaat aangesloten is op een regelaar,
zorg ervoor dat de spanning op de eerder genoemde regelaar
evenredig is met die van het apparaat.
L (bruin)
N (blauw
Ventilator
|
7