1
2
3
1
1
1
▷ Indien er een stekker met contrastekker is ge-
monteerd, kan er slechts één eindschakelaar
1
2
3
worden aangesloten.
LV1
(+) = zwart, N (–) = blauw
V1
1
2
3
1
2
3
2
▷ Stekkers tegen verwisseling kenmerken.
1 = N (–), 2 = LV1
(+)
V1
2
2
2
2
2
▷ Erop letten, dat de aansluitklem voor de eind-
schakelaar er weer opgestoken is.
Bedrading afsluiten
Lektest
1 Gasmagneetklep sluiten.
Om de dichtheid te kunnen controleren, direct
na de regelaar de leiding afsluiten.
LV1
N
(+)
(-)
1
2
LV1
N
LV1
N
3
1
(+)
(-)
1
2
3
(+)
(-)
3
LV1
N
LV1
N
1
2
3
(+)
(-)
(+)
(-)
LV1
N
LV1
N
1
2
3
(+)
(-)
(+)
(-)
LV1
N
LV1
N
2
2
3
3
(+)
(-) 1
(+)
(-)
LV1
N
LV1
N
2
2
3
3
(+)
(-) 1
(+)
(-)
LV1
N
LV1
N
2
2
3
3
(+)
(-) 1
(+)
(-)
LV1
N
(+)
(-)
2
rot
1
schwarz
LV1
N
(+)
(-)
3
2
weiß
rood
LV1
N
(+)
(-)
2
1
zwart
rood
1
zwart
3
wit
3
1
wit
Meldeschalter
1
3
2
1
1
1
Eindschakelaar
3
3
2
1
Eindschakelaar
1
3
2
1
3
1
3
▷ Stuurleiding p
voerende ruimte in de regelaar. Deze moet voor
de lektest aangesloten worden.
3
5
0
7
9 Dichtheid in orde: leiding openen.
▷ Leiding lek: de O-ring op de flens vervangen, zie
pagina 15 (Afdichtingsset voor uitvoering 1 – 3).
Vervolgens nogmaals op lekkage controleren.
▷ Apparaat lek: drukregelaar demonteren en aan
de fabrikant retourneren.
In bedrijf stellen
▷ Om de druk tijdens het meten te bepalen, de
slanglengte zo kort mogelijk houden.
VAD
Uitlaatdruk p
instellen
d
▷ De uitlaatdruk is bij levering ingesteld op p
10 mbar.
VAD..-25
VAD..-50
VAD..-100
1 Brander inschakelen.
▷ Het beluchtingsgat A moet open blijven.
De regelaar op de gewenste uitlaatdruk instellen.
_
2,5 mm
Na het instellen de meetnippel weer afsluiten.
NL-8
bij de VAH/VRH leidt naar gas-
d-
4
0
6
Drukregelaar
openen.
8
0
p
d
[mbar]
["WC]
2,5 – 25
1 – 10
20 – 50
8 – 20
35 – 100
14 – 40
p
d
A
+
=
d
0