3.3 Lichtmeting
De melder meet kunstmatig- en daglicht dat
direct onder de melder wordt gereflecteerd
(openingshoek ± 30°).
De lichtsterkte van het oppervlak onder de
montageplaats dient als referentie voor het
verlichtingsniveau.
Schakelen
De plaatsing van staande lampen of verlaagd verlichting direct onder de melder
moet worden vermeden.
Constante lichtregeling
De melder moet zo worden geplaatst dat deze alleen kunstlicht registreert dat hij
zelf regelt. Kunstlicht dat door andere melders wordt geregeld of handmatig ge-
schakelde werkverlichting beïnvloeden de lichtsterktemeting van de melder. Direct
kunstlicht op de melder moet worden vermeden.
148