5. Inbedrijfstelling
5.1 Instellingen
Alle instellingen worden met behulp van een LON integratietool uitgevoerd. Zie
document „LON-handboek PresenceLight 180/360 PLLON" (applicatiebeschrij-
ving).
Ter ondersteuning van de inbedrijfstelling is optioneel de management-afstands-
bediening SendoPro 868-A verkrijgbaar. Met de SendoPro 868-A kunnen de pa-
rameters worden geoptimaliseerd. Met de SendoPro 868-A kunnen een aantal te
wijzigen parameters worden aangepast (zie paragraaf 6 pagina 152). Door stuurop-
drachten via de SendoPro 868-A kan de reactie tijdens de inbedrijfstelling worden
gewijzigd (zie paragraaf 8 pagina 157).
5.2 Identificatie
Met de serviceknop aan de achterkant van de aanwezigheidsmelder of zonder
demontage van de aanwezigheidsmelder met de management-afstandsbediening
SendoPro 868-A wordt de aanwezigheidsmelder bij ingedrijfstelling geïdenti-
ficeerd. Er wordt een netwerkmanagement-telegram met de Neuron ID van de
aanwezigheidsmelder gezonden.
5.3 Apparaat in de toestand bij levering zetten
De aanwezigheidsmelder kan door de serviceknop 10 seconden in te drukken
weer naar de levertoestand worden gereset. Het apparaat staat dan in de toes-
tand «niet geconfigureerd».
150