• Monteer het rondseldeksel en draai de twee borgmoeren ① vast.
14.4. Kettingspanning
Tijdens het gebruik van de kettingzaag kan de ketting oververhit raken en uitrekken. Indien nodig, de
kettingspanning afstellen zoals hieronder aangegeven.
- Koppel de accu van de kettingzaag los.
- Gebruik de bijgeleverde inbussleutel om de twee borgmoeren ① iets los te draaien.
- Schroef (om de spanning te verlagen) of schroef (om de spanning te verhogen) de afstelbout voor de
kettingspanning ③ los.
- Trek de ketting naar beneden met behulp van de beschermende handschoenen en controleer of de
geleidingsschakels van de ketting nog voor de helft zichtbaar zijn in het onderste gedeelte van het
zaagblad.
• Als de geleidingsschakels volledig zichtbaar zijn wanneer de ketting naar beneden wordt getrokken,
of als ze helemaal niet zichtbaar zijn, betekent dit dat de spanning onjuist is.
• Herhaal de afstelling.
• Draai de twee borgmoeren ① vast.
Waarschuwing!
Het kettingtandwiel mag niet door de gebruiker worden gedemonteerd, maar door een gespecialiseerd
service center.
Als het rondsel van de ketting beschadigd is, mag u de kettingzaag niet gebruiken en moet u hem naar
een gespecialiseerd servicecentrum brengen.
14.5. Kettingsmering
De kettingzaag is uitgerust met een automatische oliepomp die ervoor zorgt dat de ketting gesmeerd en
gekoeld blijft.
Volg de instructies om de olietank te vullen.
- Koppel de accu van de kettingzaag los.
- Plaats de kettingzaag in een horizontale positie met de oliedop naar boven gericht.
- Reinig de oliedop, de tank en de omgeving met een vochtige doek.
- Schroef de oliedop los en verwijder hem.
- Vul de tank tot het juiste niveau en voorkom dat hij overloopt.
22