2 | Veiligheid
ervan. Dit betekent dat per geval moet worden vastgesteld of de wijziging
van de (gebruikte) machine nieuwe gevaren heeft opgeleverd dan wel of een
bestaand risico is toegenomen. Hier zijn drie situaties te onderscheiden:
a) Er is geen nieuw gevaar of geen toename van een bestaand risico, zo-
dat de machine nog steeds als veilig kan worden beschouwd.
b) Hoewel er sprake is van een nieuw risico of een toename van een be-
staand risico, zijn de bestaande beschermingsmaatregelen van de ma-
chine vóór de wijziging nog altijd voldoende, zodat de machine nog
steeds als veilig kan worden beschouwd.
c) Er is sprake van een nieuw risico of een toename van een bestaand risi-
co en de bestaande beschermingsmaatregelen zijn hiervoor onvoldoen-
de of ongeschikt.
Bij gewijzigde machines volgens de gevallen 1 of 2 zijn aanvullende be-
schermingsmaatregelen niet nodig. Gewijzigde machines volgens het geval
3 moeten echter systematisch worden onderzocht door middel van een risi-
cobeoordeling of er sprake is van een essentiële verandering.
Er moet worden nagegaan of het mogelijk is de gewijzigde machine met
eenvoudige beveiligingsinrichtingen weer in een veilige toestand te brengen.
Hierbij wordt nagegaan of de eenvoudige beveiligingsinrichting het risico
elimineert of ten minste voldoende tot een minimum beperkt. Indien dit het
geval is, kan de wijziging doorgaans als niet-essentieel worden beschouwd.
De vervanging van onderdelen van de machine door identieke onderdelen of
onderdelen met dezelfde functie en hetzelfde veiligheidsniveau en de instal-
latie van beveiligingsinrichtingen die het veiligheidsniveau van de machine
verhogen en die bovendien geen extra functies mogelijk maken, worden niet
als essentiële wijziging beschouwd.
LET OP:
Niettemin kan uit andere wettelijke voorschriften voor de werkgever die de
machine als arbeidsmiddel ter beschikking stelt aan zijn werknemers, de
verplichting voortvloeien om aanvullende beschermingsmaatregelen vast te
leggen. In beginsel moet na elke wijziging van machines – niet alleen na es-
sentiële wijzigingen – een risicobeoordeling worden uitgevoerd. Dit is een
van de bedrijfsverplichtingen van de gebruiker van een machine of installa-
tie als arbeidsmiddel. Op grond van de risicobeoordeling kunnen maatrege-
len, met name technische maatregelen, nodig zijn om de werknemers een
veilig arbeidsmiddel te bieden. Er moet worden nagegaan of de informatie
over de veilige werking van de machines, zoals de gebruiksaanwijzing, moet
worden aangepast.
14 / 84
FORTO-H NL