Indien u doorgaans slechts één interface gebruikt, raden wij u aan om de betreffende interface met de
Remote Printer Console te selecteren. (Raadpleeg Remote Printer Console op pagina 76.) Wanneer
slechts één interface is geselecteerd, wijst de printer de volledige invoerbuffer aan die interface toe om de
afdruksnelheid te verhogen.
Remote Printer Console
Met de software Remote Printer Console kunnen allerlei printerinstellingen worden gewijzigd zonder dat u
daarvoor uw eigen applicatie hoeft te gebruiken. U kunt bijvoorbeeld de instellingen voor de printermarge,
slaapstand, tekenset, enzovoort wijzigen. De printer zal deze instellingen dan onthouden.
De Remote Printer Console gebruiken en installeren
Volg de onderstaande instructies voor het gebruik van de Remote Printer Console.
®
Voor Windows
a
Plaats de CD-ROM in uw CD-ROM-station en sluit het openingsscherm wanneer dit wordt weergegeven.
®
b
Open Windows
Verkenner en selecteer het CD-ROM-station.
c
Dubbelklik op de map Tool.
d
Dubbelklik op de map RPC.
e
Raadpleeg RPC_User's_Guide.pdf voor informatie over het installeren en gebruik van de Remote
Printer Console.
Voor Macintosh
a
Plaats de CD-ROM in uw CD-ROM-station. Dubbelklik op uw bureaublad op het pictogram van de
HL5300.
b
Dubbelklik op de map Utilities.
c
Dubbelklik op de map RPC.
d
Raadpleeg RPC_User's_Guide.pdf voor informatie over het installeren en gebruik van de Remote
Printer Console.
Driver en software
3
3
3
3
3
76