Instellingen programmeren
1. Houd de toets Terug in de RMU 40 7 seconden inge-
drukt voor het openen van het menu "service-instel-
lingen".
2. Ga naar het menu en selecteer op welk afgiftesys-
teem de RMU 40 moet worden aangesloten.
3. Start de warmtepomp/binnenmodule, ga naar menu
"systeeminstellingen" (5.2) en activeer de RMU 40
voor het afgiftesysteem dat u met de ruimte-eenheid
wilt regelen.
4. Als u wilt dat de warmtepomp/binnenmodule de
ruimtesensor gebruikt om de temperatuur te rege-
len, dan stelt u dit in in het menu "instellingen
ruimtesensor" (1.9.4). Als er een externe ruimtesen-
sor (BT50) is geïnstalleerd, wordt deze gebruikt. In
andere gevallen wordt de ruimtesensor in de
RMU 40 gebruikt.
Voorzichtig!
De software in de warmtepomp/binnenmodule
moet versie 1199 of hoger zijn om met de
RMU 40 te kunnen werken.
RMU 40 | NL
Bediening - Inleiding
Ruimte-eenheid
A
B C D E
A
Display
Instructies, instellingen en bedieningsinformatie
worden op het display weergegeven.
Knop stand-by
B
De RMU 40 kan stand-by worden gezet met be-
hulp van de stand-byknop. De bediening van de
warmtepomp/binnenmodule wordt door een
druk op de knop niet beïnvloed.
C
Toets Terug
De toets terug wordt gebruikt om:
■
terug te keren naar het vorige menu.
■
een instelling te wijzigen die niet is bevestigd.
Toets OK
D
De toets OK wordt gebruikt om:
■
selecties van submenu's/opties/instelwaarden
te bevestigen.
E
Knoppen omhoog en omlaag
Met de knoppen omhoog en omlaag kunt u het
volgende doen:
■
in de menu's en tussen de opties scrollen.
■
de waarden verhogen en verlagen.
55