Ruimtevoeler
De RMU 40 bevat een ruimtesensor met dezelfde functie
als de sensor die bij de warmtepomp/binnenmodule is
geleverd (BT50).
Hierdoor is het mogelijk om te kiezen welke ruimtesensor
de warmtepomp/binnenmodule voor de weergave en
regeling van de ruimtetemperatuur moet gebruiken.
LET OP!
Indien er in hetzelfde klimaatsysteem zowel een
ruimtesensor (RTS 40) als een ruimte-eenheid
is geïnstalleerd, wordt alleen de temperatuur
van de RTS 40 gebruikt voor weergeven, regelen
en loggen.
De ruimtetemperatuursensor heeft maximaal drie
functies:
1. Weergave van de huidige ruimtetemperatuur op
het display van de warmtepomp/binnenmodule.
2. Optie om de gewenste kamertemperatuur in °C
te veranderen.
3. Mogelijkheid tot wijzigen/stabiliseren van de
aanvoertemperatuur op basis van de kamertem-
peratuur.
Installeer de sensor in een neutrale positie waar de
insteltemperatuur is vereist. Een geschikte locatie is
op een vrije binnenwand in een hal op ca. 1,5 m boven
de grond. Het is belangrijk dat de sensor tijdens het
meten van de juiste kamertemperatuur niet wordt
gehinderd, wat het geval is als de sensor in een nis,
tussen planken, achter een gordijn, boven of nabij
een warmtebron, in een tochtstroom van een buiten-
deur of in direct zonlicht wordt geplaatst. Ook dicht-
gedraaide radiatorthermostaten kunnen problemen
veroorzaken.
Als de sensor moet worden gebruikt om de kamertem-
peratuur te wijzigen in °C en/of om de kamertempe-
ratuur te verfijnen/stabiliseren, moet de sensor wor-
den geactiveerd in menu 1.9.4 van de warmte-
pomp/binnenmodule.
LET OP!
Als de ruimtesensor wordt gebruikt in een
kamer met vloerverwarming, dient deze uit-
sluitend een weergavefunctie te hebben en
geen controlerende functie van de kamertem-
peratuur.
Installeren
De RMU 40 kan niet direct tegen een muur worden ge-
ïnstalleerd, aangezien de aansluitklem aan de achterkant
uitsteekt.
Installeer de RMU 40 in een inbouwdoos of op de mee-
geleverde opbouwdoos.
Als u de ruimtetemperatuursensor in de RMU 40 wilt
gebruiken, is de positie van de ruimte-eenheid belangrijk.
Zie sectie "Ruimtevoeler".
52
1.
Open de RMU 40 door een schroevendraaier in een
van de 4mm brede openingen in de rand te steken.
Druk de schroevendraaier recht naar binnen om de
clip te openen. Herhaal dit voor de resterende drie
clips.
2.
Zonder opbouwdoos: plaats het achterpaneel vóór
de inbouwdoos en schroef vast aan de muur.
Met opbouwdoos: schroef de opbouwdoos in de
muur. Schroef daarna het achterpaneel met de twee
meegeleverde schroeven in de opbouwdoos.
3.
Aansluiten volgens sectie "Elektrische aansluiting".
4.
Kantel het voorpaneel ongeveer 30° en bevestig de
twee clips aan één kant. Sluit daarna de eenheid en
bevestig de twee clips aan de andere kant.
RMU 40 | NL