1.
Selecteer de schermtaal en druk vervolgens op de [Enter]-knop.
2.
Selecteer de lampsterkte en druk vervolgens op de [Enter]-knop.
• Het startmenu wordt alleen weergegeven als de projector voor de eerste keer wordt gebruikt.
Maar het startmenu wordt ook weergegeven als de projector is ingeschakeld nadat [Alles resetten]
in [Standaard instellingen] is uitgevoerd.
• De schermtaal en de kracht van de lamp kunnen ook gewijzigd worden in het menuscherm.
Raadpleeg voor meer informatie Pag.62 "Standaard instellingen-menu".
Een ingangsignaal selecteren
Selecteer een signaal dat compatibel is met de apparatuur die op de projector is aangesloten.
1.
Schakel de apparatuur aan die op de projector is aangesloten.
Om het beeld van een videospeler te projecteren, drukt u op de afspeelknop op de videospeler.
2.
Druk op de [Input]-knop.
Het ingangssignaal wordt automatisch gedetecteerd en het beeld wordt geprojecteerd. Het
ingangsignaal verandert elke keer dat de [Input]-knop wordt ingedrukt.
• In stap 2 wordt het scherm om een ingangssignaal te selecteren weergegeven als [Uit] is
opgegeven voor [Autom. invoer zoek.] in [Standaard instellingen]. Selecteer een signaal dat
compatibel is met de aangesloten apparatuur.
• Wijzig de uitgang van het beeld van de computer als er vanaf het scherm van een laptop wordt
geprojecteerd. Raadpleeg voor meer informatie Pag.32 "Het scherm van een laptop
projecteren".
• U kunt het ingangsignaal ook direct selecteren via de [Computer]-knop of [HDMI]-knop op de
afstandsbediening.
CLB019
Basishandelingen
31