Inhoudsopgave
Advertenties
In de tabel ziet u de voorwaarden voor verschillende bedrijfspatronen.
Ingangsspanning
Patroon
[VDC]
1
0,0 - 2,6
3,0 - 4,1
4,5 - 5,6
6,0 of meer
2
0,0 - 2,1
2,5 - 3,4
3,8 - 4,6
5,0 of meer
3
0,0 - 1,0
1,5 - 2,5
3,5 - 4,5
5,5 - 7,0
8,5 - 10,0
Vrij
Is afhankelijk van de
drempelwaarde.
Opmerking
- D e onderstaande instellingen zijn vereist om de CO
- S chakel in de functie-instelling de aanduiding van de CO
- S luit de CO
-sensor aan op de aansluiting voor Analoge input 1. (De sensorwaarde voor Analoge input 2 wordt niet
2
weergegeven.)
- Z et Analoge input 1 op Patroon = 1 of 2. (Als Patroon = 3 of Vrij is geselecteerd, wordt op het scherm «Hoofddisplay» [---
ppm] weergegeven.)
Lossnay
PM12:30 Vr
Buiten
0°C
Retour
20°C
Boost
HeatEx
CO
---ppm
Vent.
Modus
CO
-concentratie
2
Ventilatorsnelheid
[ppm]
0 - 520
600 - 820
900 - 1120
1200 of meer
0 - 420
500 - 680
760 - 920
1000 of meer
afhankelijk
van de
ventilator.
2
- Selecteer de CO
-sensor waarvan de relatie tussen de CO
2
concentratie en de uitvoerspanning 2000 ppm = 10 VDC is.
- Als de ingangsspanning hoger is dan 6,0 VDC, wordt de hoogste
ventilatorsnelheid gebruikt. (Voor 6,0 VDC of lager, zie de linkerkant van
de tabel.)
- De ingangsspanningen en CO
(De waarden worden niet gegarandeerd.)
- Als de ingangsspanning ertussenin ligt, is de ventilatorsnelheid
afhankelijk van de omstandigheden.
- Als de ventilatorsnelheid op [Overslaan] staat in het scherm
«Besturingsmodus», staat de ventilatorsnelheid één niveau lager.
- Selecteer de CO
-sensor waarvan de relatie tussen de CO
2
concentratie en de uitvoerspanning 2000 ppm = 10 VDC is.
- Als de ingangsspanning hoger is dan 5,0 VDC, wordt de hoogste
ventilatorsnelheid gebruikt. (Voor 5,0 VDC of lager, zie de linkerkant van
de tabel.)
- De ingangsspanningen en CO
(De waarden worden niet gegarandeerd.)
- Als de ingangsspanning ertussenin ligt, is de ventilatorsnelheid
afhankelijk van de omstandigheden.
- Als de ventilatorsnelheid op [Overslaan] staat in het scherm
«Besturingsmodus», staat de ventilatorsnelheid één niveau lager.
- Ingangsspanning: 0,0-1,0 VDC: De ventilatorsnelheid kan met de bedie-
—
ning worden ingesteld.
Ingangsspanning: 1,5 VDC of hoger: De ventilatorsnelheid kan niet met
de bediening worden ingesteld.
- Als de ingangsspanning ertussenin ligt, wordt het bedrijf onstabiel.
- Als de ventilatorsnelheid op [Overslaan] staat in het scherm «Bestu-
ringsmodus», staat de ventilatorsnelheid één niveau lager.
- Als de drempelwaarde hoger is dan de ingangsspanning, werkt het pro-
duct met de ventilatorsnelheid die is ingesteld op de Ventilator.
Is
- Als een wijziging van de ingangsspanning de drempelwaarde over-
schreed, kan de ventilatorsnelheid gedurende 15 minuten niet worden
gewijzigd door een wijziging van de ingangsspanning.
- Als de ventilatorsnelheid op Overslaan staat in het scherm «Besturings-
modus», wordt niets weergegeven.
-concentratie op het scherm «Hoofddisplay» weer te geven.
2
-sensor in. (Zie 6.4.6.3 en 6.5.)
2
Ned-39
Opmerkingen
-concentraties zijn standaardwaarden.
2
-concentraties zijn standaardwaarden.
2
-
2
-
2
Advertenties
Inhoudsopgave
