3.10.2 Reinigen en onderhoud van de ketting
Olie de ketting na het rijden in de regen. Reinig en smeer
de ketting wanneer u de fiets schoonmaakt. Gebruik
smeerolie, die u met een droge reinigingsdoek aanbrengt.
Zorg ervoor dat er geen smeermiddel op de remschijven en
rembeslag komt. Neem ook de technische handleiding van
de remfabrikant in acht.
1. Pedelec-accu verwijderen.
2. Borstel de ketting af met een grove handborstel.
3. Verwijder vervolgens de oude kettingolie met een droge doek.
4. Nu kunt u de ketting oliën. Neem de gebruiksaanwijzing van de
fabrikant van de kettingolie in acht.
5. Draai de ketting na de werkzaamheden een paar keer rond om de
kettingolie te verdelen.
3.11
Met de schakeling vertrouwd raken
De versnelling wordt middels hendels op het stuur bediend. Met de
versnellingen van uw fiets kunt u de overbrengverhouding aan de
rijomstandigheden aanpassen. Voor een rechte, vlakke weg is een hoge
overbrenging (hoge versnelling) handig, om zonder veel te trappen een
hogere snelheid te bereiken en te behouden. Zodra u bergopwaarts rijdt,
komt een lage overbrenging (lage versnelling) van pas - zo kunt u zonder al
te veel krachtsinspanning bergopwaarts rijden. Kies de versnellingen altijd
zo, dat uw benen steeds gelijkmatig bewegen.
NL-22
Originele gebruiksaanwijzing | Pedelec Integrale 0.5 Versie 1
Kettingschakeling
Hier wordt bij het overschakelen van de
ene naar de andere versnelling de ket-
ting op een ander tandwiel overge-
bracht. De ketting moet dus in beweging
blijven, opdat de tanden van het tand-
wiel soepel en voorzichtig in de schakels
haken. Om goed te schakelen, moet u
daarom altijd vooruit en niet achteruit
trappen! Trap daarbij slechts lichtjes
mee.
3.12
Wiel
3.12.1 Vervangen van het wiel
3.12.1.1
Wielbevestiging met asmoer*
Achterwiel verwijderen
Voordat u het aandrijfwiel verwijdert, dient u rekening te
houden met de kabelgeleiding en de bevestigingspunten
van de kabelbinders.
1. Draai eerst alle kabelbinders los van de kabel van de motor en
verwijdert u deze, evenals de kabels en toevoerkabels van andere
componenten die aan het fietsframe bevestigd zijn.
2. Open de velgrem indien aanwezig.
3. Schakel naar het kleinste tandwiel als er een derailleur is
geïnstalleerd.
Kettingschakeling