Laden configureren voor papiersoort- en formaat
Het apparaat haalt standaard papier uit lade 2. Als lade 2 leeg is, haalt het apparaat papier uit lade 1 of lade 3
indien deze is geplaatst. Wanneer u een lade van dit apparaat configureert, worden de snelheidsinstellingen
gewijzigd voor de beste afdrukresultaten met de gebruikte papiersoort. Als u speciaal papier voor alle of
bijna alle afdruktaken op dit apparaat gebruikt, wijzig dan deze instelling voor de standaardlade.
In de volgende tabel vindt u verschillende manieren waarop u de lade-instellingen aan uw afdrukwensen
kunt aanpassen.
Papierverbruik
Vul lade 1 en nog een andere lade met
dezelfde soort papier en laat het apparaat
papier uit de ene lade gebruiken wanneer
de andere lade leeg is.
Af en toe speciaal papier, zoals zwaar
papier of briefhoofdpapier, gebruiken uit
een lade waarin normaal gesproken
standaardpapier is geplaatst.
Regelmatig speciaal papier, zoals zwaar
papier of briefhoofdpapier, gebruiken
vanuit één lade.
Een lade configureren tijdens het plaatsen van papier
1.
Plaats papier in de lade.
2.
Een configuratiebericht over de lade wordt op het bedieningspaneel van het apparaat weergegeven.
3.
Raak de knop
de knop
4.
Selecteer de juiste papiersoort en het juiste formaat en raak de knop
Een lade configureren op basis van de instellingen van de afdruktaak
1.
Geef in het softwareprogramma de bronlade, het papierformaat en de papiersoort op.
2.
Verzend de taak naar het product.
Als de lade geconfigureerd moet worden, wordt er een configuratiebericht over de lade op het
bedieningspaneel van het apparaat weergegeven.
3.
Vul de lade met het opgegeven soort en formaat papier en sluit de lade.
14
Hoofdstuk 2 Papierladen
Het apparaat configureren
Plaats papier in lade 1. Configuratie is niet
nodig indien de standaardinstellingen voor
het formaat en de papiersoort niet zijn
gewijzigd.
Plaats speciaal papier in lade 1.
Plaats speciaal papier in lade 1 en
configureer de lade voor de papiersoort.
OK
aan om het gedetecteerde formaat en de gedetecteerde soort te accepteren, of raak
Wijzigen
aan als u een ander papierformaat of een andere papiersoort wilt kiezen.
Afdrukken
Druk de taak af vanuit het
softwareprogramma.
Kies voor u de taak afdrukt in het
afdrukdialoogvenster van het
softwareprogramma de papiersoort die
overeenkomt met het in de lade
geplaatste speciale papier. Selecteer lade
1 als de papierbron op het tabblad Papier/
Kwaliteit (Windows) of het menu
Papierinvoer (Mac).
Kies voor u de taak afdrukt in het
afdrukdialoogvenster van het
softwareprogramma de papiersoort die
overeenkomt met het in de lade
geplaatste speciale papier. Selecteer lade
1 als de papierbron op het tabblad Papier/
Kwaliteit (Windows) of het menu
Papierinvoer (Mac).
OK
aan.
NLWW