2 Stopschakelaar
De stopschakelaar moet
worden gebruikt om de motor
af te zetten.
Start de motor en controleer
of de motor wordt
uitgeschakeld indien de
schakelaar op "STOP" wordt
gezet.
3 Uitlaat
!
WAARSCHUWING! Tijdens gebruik en een
poosje daarna is de geluiddemper erg warm.
Raak geen warme geluiddemper aan!
De uitlaat is ontworpen om
een zo laag mogelijk
geluidsniveau te bereiken en
tevens om de uitlaatgassen uit
de richting van de gebruiker
weg te blazen.
De uitlaatgassen van de
motor zijn heet en bevatten
vonken die mogelijk brand
kunnen veroorzaken.
Gebruik nooit een
doorslijpmachine waarvan de
geluiddemper kapot is.
Controleer regelmatig of de
uitlaat goed vastzit.
BELANGRIJK! Het is van groot belang dat de
instructies voor controle, onderhoud en
servicebeurten van de uitlaat worden opgevolgd (zie
paragraaf (Zie het hoofdstuk Controle, onderhoud en
service van de veiligheidsuitrusting van de
doorslijpmachine ).
!
WAARSCHUWING!
De binnenkant van de geluiddemperbevat
chemicaliën die kanker kunnen veroorzaken.
Voorkom contact met deze elementen in geval
van een kapotte geluiddemper.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
4 Gashendelvergrendeling
De gashendelvergrendeling is
geconstrueerd om onvrijwillige
activering van de gashendel te
voorkomen. Wanneer de
vergrendeling (A) in het
handvat wordt gedrukt (=wan-
neer men het handvat vast-
houdt) wordt de gashendel
ontkoppeld (B). Wanneer men
het handvat loslaat, gaan
zowel de gashendel als de
gashendelvergrendeling naar
hun respectievelijke begin-
posities. Dit gebeurt via twee
van elkaar onafhankelijke
retourveersystemen. Deze
positie houdt in dat de gas-
hendel automatisch vergren-
deld wordt op "stationair
draaien".
1
Controleer of de gashen-
del vergrendeld is in de
"STATIONAIRE STAND"
wanneer de
gashendelvergrendeling
in de oorspronkelijke
stand staat.
2
Druk de
gashendelvergrendeling
in en controleer of hij
teruggaat naar zijn
oorspronkelijke positie
wanneer u hem loslaat.
3
Controleer of de gashen-
del en de
gashendelvergrendeling
vlot lopen en of hun
retourveersystemen
werken.
4
Start de doorslijpmachine
en geef volgas. Laat de
gashendel los en
controleer of het zaagblad
stopt en ook echt stil blijft
staan. Indien het
zaagblad draait wanneer
de gashendel in
"STATIONAIRSTAND"
staat, moet u de
"STATIONAIRAFSTELLING"
van de carburateur
controleren. Zie hoofdstuk
"Onderhoud".
A
B
5
Nederlands –