. . . de ingevroren levensmiddelen
ontdooien omdat het te warm is in de
vrieszone?
^ Is de kamertemperatuur lager dan
die waarvoor uw toestel ontworpen
is?
Verhoog de kamertemperatuur.
De compressor schakelt minder vaak in
als de kamertemperatuur te laag ligt.
Daardoor kan het te warm worden in de
vrieszone.
^ Schakel de winterschakeling in
(zie "Winterschakeling").
. . . de levensmiddelen vastgevroren
zijn?
Maak de levensmiddelen los met een
stomp voorwerp, bijv. een lepelsteel.
. . . de vrieszone een dikke ijslaag
vertoont?
^ Controleer of de deur van de vrieszo-
ne goed sluit.
^ Ontdooi de vrieszone en reinig deze.
Een dikke ijslaag vermindert het koel-
vermogen, waardoor het stroomver-
bruik stijgt.
Wat gedaan als . . . ?
. . . de behuizing van de binnenver-
lichting warm is, hoewel de toestel-
deur gedurende lange tijd niet werd
geopend?
Dit is geen storing.
Het toestel heeft een winterschakeling.
Als de kamertemperatuur onder 18 °C
zakt, wordt de compressor bij toestellen
zonder winterschakeling minder vaak
ingeschakeld. Hierdoor kan het te warm
worden in de vrieszone.
De winterschakeling zorgt ervoor dat bij
een omgevingstemperatuur van minder
dan 18 °C de binnenverlichting ook
wordt ingeschakeld wanneer de toe-
steldeur gesloten is. Zo wordt de koel-
zone verwarmd.
Door deze opwarming slaat de com-
pressor vaker aan en wordt de vrieszo-
ne weer voldoende gekoeld.
Bij een omgevingstemperatuur onder
10 °C kunnen we niet garanderen dat
het toestel correct zal werken, zelfs als
de winterschakeling ingeschakeld is!
Zorg voor een hogere omgevingstem-
peratuur!
31