DHW 300 - DHW 300+
Warmtepomp temperatuurregeling
De temperatuurcontrole in de sanitairwaterboiler en de regeling
voor compressorwerking worden uitgevoerd door de besturings-
elektronica. Elektronische voelers registreren de watertempera-
tuur; deze wordt geregeld afhankelijk van de ingestelde ge-
wenste
waarde.
De
instelling
temperatuurniveau (gewenste waarde) gebeurt via het toetsen-
bord op het besturingspaneel.
Temperatuur luchtinlaat
De op de regeling aangesloten voeler registreert de temperatuur
in de sanitairwater-warmtepomp direct voor de verdamper (tem-
peratuur aangezogen lucht). Bij overschrijding van de vast inge-
stelde schakelwaarde (7 ±1 °C, terugschakelwaarde 2 K,
vertraging 30 min) wordt de sanitairwaterbereiding automatisch
van de warmtepomp op het verwarmingselement omgeschakeld.
2.4 Temperatuurvoeler
2.4.1 Inbouwpositie temperatuurvoeler
R1
Voeler luchtinlaat
R3
Voeler sanitairwater
R5
Voeler sanitairwater hernieuwbaar (optioneel)
R13 Voeler hernieuwbaar (optioneel)
2.4.2 Meetwaarden temperatuurvoeler
Meetwaarden NTC 10 voelers (R1, R3, R5)
-20
-15
Temperatuur in °C
NTC-10 in kΩ
67,7
53,4
15
20
25
30
35
14,9
12,1
10,0
8,4
7,0
NL-4
van
het
gewenste
-10
-5
0
5
10
42,3
33,9
27,3
22,1
18,0
40
45
50
55
60
5,9
5,0
4,2
3,6
3,1
451905.66.01 · FD 9506
Meetwaarden PT 1000 voeler (R13)
Temperatuur
-30 -20 -10
in °C
PT 1000 in kΩ
0,882 0,022 0,961 1,00 1,039 1,078 1,117 1,155 1,194
60
70
80
90 100 110 120 130 140 150 160
1,232 1,271 1,309 1,347 1,385 1,423 1,461 1,498 1,536 1,573 1,611
3
Opslag en transport
3.1 Algemeen
De sanitairwater-warmtepomp moet altijd verpakt en rechtop
zonder watervulling worden opgeslagen en getransporteerd.
Over korte afstanden mag het toestel voorzichtig met een maxi-
male schuinte van 45° worden getransporteerd. Bij het transport
alsook bij de opslag zijn omgevingstemperaturen van -20 tot
+60 °C toegestaan.
3.2 Transport met een
vorkheftruck (of
handpalletwagen)
Voor het transport met een vorkheftruck moet de sanitairwater-
warmtepomp op de pallet gemonteerd blijven. De hefsnelheid
dient laag gehouden te worden. Vanwege het hoge zwaartepunt
moet de sanitairwater-warmtepomp tegen omvallen worden be-
veiligd. Zet de sanitairwater-warmtepomp op een vlak oppervlak
neer, om beschadiging te voorkomen.
3.3 Handmatig transport
Bij handmatig transport kan het toestel aan de houten pallet wor-
den gedragen. Met touwen of draagriemen (die om de boilerom-
manteling kunnen worden gelegd en aan de waterbuisnippels
kunnen worden gefixeerd) kan een tweede of derde draagpositie
worden verkregen. Let bij deze methode van transport (ook bij
het transport met een steekwagen) erop, dat de max. toegestane
schuinte van 45° niet wordt overschreden (zie afbeelding).
ATTENTIE!
!
De kap van het toestel is voor het dragen niet geschikt (de kap kan geen
grote krachten weerstaan)!
0
10
20
30
40
50
www.dimplex.de