6.2.1 Een enkele kamer
Vloerverwarming of radiatoren – Bedrade kamerthermostaat
ERGA04~08EA + EHVH/X04+08S18+23EA/EJ
Daikin Altherma 3 R F
4P629086-1A – 2021.11
6
Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen
|
Opstelling
A Aanvoerwatertemperatuur primaire zone
B Een eenpersoonskamer
a Speciale interface voor menselijk comfort (BRC1HHDA gebruikt als
kamerthermostaat)
▪
Voor meer informatie over de aansluiting van de elektrische bedrading op de
unit, zie:
-
"9.2 Aansluitingen op de
-
"9.3 Aansluitingen op de
▪
De vloerverwarming of radiatoren zijn rechtstreeks op de binnenunit
aangesloten.
▪
De kamertemperatuur wordt geregeld door de speciale interface voor menselijk
comfort (BRC1HHDA, die als kamerthermostaat gebruikt wordt).
Configuratie
Instelling
Temperatuurregeling van de unit:
▪
#: [2.9]
▪
Code: [C-07]
Aantal watertemperatuurzones:
▪
#: [4.4]
▪
Code: [7-02]
Voordelen
▪
Grootste comfort en effectiviteit. De slimme kamerthermostaatfunctie kan de
gewenste aanvoerwatertemperatuur verhogen of verlagen op basis van de
werkelijke kamertemperatuur (aanpassing). Dit resulteert in volgende zaken:
-
Een stabiele kamertemperatuur die aan de gewenste temperatuur voldoet
(groter comfort)
-
Minder AAN/UIT-cycli (stiller, groter comfort en grotere effectiviteit)
-
De laagst mogelijke aanvoerwatertemperatuur (grotere effectiviteit)
A
B
4
buitenunit" [
113]
4
binnenunit" [
115]
2 (Kamerthermostaat): De unit werkt
op basis van de omgevingstemperatuur
van de gebruikersinterface.
0 (1 zone): Primair
a
Waarde
Uitgebreide handleiding voor de installateur
33