8
|
Installatie van de leidingen
Uitgebreide handleiding voor de installateur
100
Minimum nodig waterdebiet
12 l/min
▪
Ter plaatse te voorziene onderdelen – Water. Gebruik alleen materialen die
compatibel zijn met water dat in de installatie gebruikt wordt en met de
materialen van de binnenunit.
▪
Ter plaatse te voorziene onderdelen – Waterdruk en -temperatuur. Controleer
of alle componenten in de lokale leidingen bestand zijn tegen de waterdruk en
watertemperatuur.
▪
Waterdruk – Warm tapwater. De maximumwaterdruk bedraagt 4 bar. Voorzie
gepaste veiligheden in het watercircuit om ervoor te zorgen dat de
maximumdruk NIET overschreden wordt. De waterdruk moet minstens 1 bar
bedragen om te werken.
▪
Waterdruk – Ruimteverwarming/-koelingscircuit. De maximumwaterdruk
bedraagt 3 bar. Voorzie gepaste veiligheden in het watercircuit om ervoor te
zorgen dat de maximumdruk NIET overschreden wordt. De waterdruk moet
minstens 1 bar bedragen om te werken.
▪
Watertemperatuur. Alle geplaatste leidingen en leidingtoebehoren (kleppen,
verbindingsstukken enz.) DIENEN bestand te zijn tegen de volgende
temperaturen:
INFORMATIE
De volgende afbeelding is een voorbeeld en stemt mogelijk NIET overeen met de lay-
out van uw installatie.
89°C
b
j
k
a
c
d
e
a Buitenunit
b Binnenunit
c Warmtewisselaar
d Back-upverwarming
e Pomp
f Afsluiter
g Gemotoriseerde 3-wegsklep
h Gemotoriseerde 2-wegsklep (ter plaatse te voorzien)
i Verdeelstuk
j Warmtapwatertank
75°C
FCU1
g
f
h
FCU2
M
f
M
FHL1
FHL2
i
i
FCU3
i
i
FHL3
ERGA04~08EA + EHVH/X04+08S18+23EA/EJ
Daikin Altherma 3 R F
4P629086-1A – 2021.11