Advertenties
2c Gedurende de alarmfase, tengevolge van een temperatuur boven de bovenste of onder de
onderste alarmgrens, langer dan de tijdvertraging (ZIE SETUP), wisselt de display
voortdurend tussen de aanduiding 'AL' en de temperatuur. Indien een akoestisch signaal of
relais aanwezig is wordt dit geactiveerd. De alarmsituatie wordt in het geheugen opgeslagen,
derhalve blijft de aanduiding 'AL'. Zolang de alarmfase van kracht is, wordt het alarm en/ of
het relais elke 30 min. gedurende 1 min. Ingeschakeld. Tijdens de ontdooifase wordt het alarm
t.b.v. de bovengrens onderdrukt.
2d de inschakeltoestand en de ontdooifase worden in de display door middel van een LED bij
het desbetreffende symbool aangeduid.
2e Ten gevolge van een defecte voeler of overschrijding van het meetbereik verschijnt in de
display de aanduiding 'PF' en het alarm wordt direct geactiveerd. Indrukken van een
willekeurige toets schakelt het alarm uit. De compressoruitgang functioneert echter continu
volgens de in de SETUP geprogrammeerde situatie.
2f Het is mogelijk om de thermische massa in de koelvitrine te stimuleren. Hierdoor worden
snelle temperatuurfluctuaties, t.g.v. het openen van deuren of ontdooiingen, maar ook het
pendelen van de temperatuur gedurende de temperatuurbewaking, niet in de display zichtbaar
gemaakt. De dempingsnelheid van de aangeduide temperatuur hangt af van de m.b.v. 'Si'
ingestelde waarde, waarbij het echter mogelijk blijft om, door middel van het indrukken van
de toets [▲] de actuele temperatuur zichtbaar te maken.
3 setup (configuratie)
Configuratie van de SDU vindt plaats door het programmeren van de controleparameters.
Toegang tot dit menu wordt verkregen door middel van het indrukken van de toetsen in een
bepaalde volgorde.
3a De toetsen [▼] + [ ] + [▲] gedurende 3 sec. in deze volgorde indrukken. De gewenste
parameter kan door middel van de [▲] gekozen worden. De desbetreffende waarde kan door
middel van de toets [ ] aangeduid en m.b.v. van de toets [▲] en [▼] veranderd worden.
Opslag in het geheugen vindt door middel van de toets [ ] plaats. De regelaar schakelt terug
naar de basismodus indien gedurende 10 sec. geen toets wordt ingedrukt. Voor de keuze en de
programmering van de parameter kunt u ook bijgevoegd stroomschema volgen.
3b beschrijving van de parameters:
SL: Minimale 'Setpoint' grens (SDU12: -19°C...+99°C).
Sh: Maximale 'Setpoint' grens (SL...+99°C).
hY: Deze parameter geeft de schakelhysteresis aan, die bij het 'Setpoint' opgeteld wordt, om
in de inschakeldrempel van het compressor- relais vast te leggen. (+01...+10k).
Pc: Hiermee wordt de minimale vertragingstijd van het relais van de compressor aangegeven,
onafhankelijk van de aan de voeler gemeten temperatuur (00...10min.).
Advertenties
