Download Print deze pagina

Advertenties

Bedieningsvoorschrift CDC12
Functiemogelijkheden:
- THERMOSTAAT
- ONTDOOICONTROLE EN OPTIMALISATIE
- CONTROLE VAN DE VERDAMPERVENTILATOR
- ALARM
- SIMULATIE VAN DE THERMISCHE MASSSA
- PC- COMMUNICATIE MOGELIJKHEDEN
1 Installatie
1a De bevestiging geschiedt aan de achterzijde door middel van twee aan de zijkanten bevestigde
beugels. Bij inbouw in een kast dient een inbouwopening in een kast dient een inbouwopening
gemaakt te worden van 29x71 mm. Tussen de wand en het frontraam kan t.b.v. een perfecte
afdichting een rubberen ring (type 'S') worden gemonteerd.
1b Het inzetbereik van de regelaar ligt tussen de –10...+50°C omgevingstemperatuur resp.
15...80% relatieve vochtigheid. Om de voeler te beschermen tegen elektromagnetische invloeden
moeten de kabel en het apparaat niet in de buurt van sterkstroomkabels worden gemonteerd.
1c De uitgang evenals de voeding en de voeler dienen volgens het aansluitschema aangesloten te
worden. De afscherming van de voeler mag niet aan een andere geleider worden aangesloten. Indien
een externe transformator nodig is, dient het apparaat door een geschikte LAE transformator (mod.
TR.) te worden gevoed. De maximale belasting, die door de uitgang kan worden aangestuurd, wordt
op het huis van het apparaat aangegeven.
1d Voeler 1 meet de 'luchttemperatuur' en dient ter controle van de temperatuur en het alarm.
Voeler 2 meet de verdampertemperatuur en moet derhalve op een plaats bevestigd worden waar de
maximale rijpafzetting verwacht wordt. Voeler 3 dient voor de metingen en de weergave van de
producttemperatuur. Deze voeler moet op een door de fabrikant geadviseerde plaats gemonteerd,
waarbij het ook mogelijk moet zijn deze te controleren.
ATTENTIE
Daar waar kritische of hoogwaardige binnen hun specifieke temperatuurgrenzen gehouden moeten
worden, dient de regeling en begrenzing niet door een enkelvoudig apparaat te geschieden. In
voorkomende gevallen dient een separate thermostaat als alarm te worden gebruikt.
2 Displayweergave
Tijdens het inschakelen geeft de display gedurende 5 sec. het volgende teken aan '_ _ _ _', dit ter
indicatie dat het apparaat een zelfcontrole uitvoert. Daarna verschijnt de door voeler 3 gemeten
temperatuur. Het is ook mogelijk door het indrukken van de toetsen [▼] resp. [ ] resp. [▲ALT],
de momentane temperaturen van de voelers 1, 2 of 3 uit te lezen. Indien de toetsen door het
De CDC12 is een compacte ontdooiregelaar ter controle van kleine en
middelgrote koelinstallaties in het positieve en negatieve
temperatuurbereik.

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor LAE CDC12

  • Pagina 1 De afscherming van de voeler mag niet aan een andere geleider worden aangesloten. Indien een externe transformator nodig is, dient het apparaat door een geschikte LAE transformator (mod. TR.) te worden gevoed. De maximale belasting, die door de uitgang kan worden aangestuurd, wordt op het huis van het apparaat aangegeven.
  • Pagina 2: Regelmatig Interval

    apparaat worden geblokkeerd, verschijnt ten gevolge van een ongeoorloofde handeling de aanduiding ‘inh’. * Met de omschrijving [TOETS] + [TOETS] in de tekst, wordt bedoeld dat de toetsen, in de betreffende volgorde ingedrukt, vastgehouden dienen te worden. 3 Functie van de thermostaat Na de ontdooiingsperiode wordt het opstarten van de installatie vertraagd door de som van de parameters coF+crS.
  • Pagina 3: Werking Van Het Alarm - En Detectievoeler

    ontdooiing verder in de display aangegeven, totdat de ingegeven tijd verstreken is, mits de hierboven aangegeven conditie niet eerder versteken is. Het gebruikte ontdooisysteem bepaalt de schakelingen van de uitgangen en wordt als volgt gekozen: Natuurlijke ontdooiing: dtY=FAn. Deze methode wordt daar gebruikt waar het ‘Setpoint’ boven de 0°C ligt en geen ontdooi-element nodig is.
  • Pagina 4 Derhalve dient men de toets [ ] zolang ingedrukt te houden, als nodig is. 9 Setup (configuratie) De configuratie van de CDC12 geschiedt door het controleren van de controleparameters, dien men kan oproepen door het indrukken van de toetsen [▼] + [ ] + [▲] gedurende 4 seconden. De keuze...
  • Pagina 5 10 Andere functies De CDC12 kan van een RS 485-interface worden voorzien, om via een netwerk, door middel van een computer, gestuurd te worden. Het databestand bevat alle meer- en controlegegevens die oo in het apparaat beschikbaar zijn, alsmede de toestand van de uitgangen.
  • Pagina 6 Aanduiding display bij ontdooing Fan;ELE;GAS ELE(ktrisch) Type ontdooiing Con;Acc Con(tinu) Optimalisatie ontdooiing -01..00..10 min. 01 min. Ventilator vertraging verdamper -50..+150°C -10°C Ventilator vertraging na ontdooiing 00=uit; Ventilatie tijdens 01=Te<FrS ontdooiing 02=altijd aan -50°C..SPL -32°C Laagste alarmdrempel SPh…+150°C +22°C Hoogste alarmdrempel -01..00..120 min.