Waterkracht B.V. Varsseveld.
Waterkracht B.V. Varsseveld
Waterkracht B.V. Varsseveld
Waterkracht B.V. Varsseveld
3.5. Noodstop.
In geval van nood kan de installatie gestopt worden via de noodstopknop op
het bedieningspaneel. (Gebruik deze ook alleen in nood gevallen)
Indien de installatie is uitgeschakeld als gevolg van een storing, dan dient deze storing te
worden opgespoord en verholpen voordat de installatie opnieuw kan worden gestart.
Indien de installatie is uitgeschakeld omdat zich een gevaarlijke situatie voordoet, dan
dient u er zeker van te zijn dat de installatie zonder gevaar kan functioneren voordat de
installatie opnieuw kan worden gestart.
4.
ONDERHOUDSINSTRUCTIES.
4.1. Algemeen.
Wees ervan overtuigd dat de unit is uitgeschakeld wanneer onderhouds-
of reparatiewerkzaamheden plaats vinden. Het stipt en nauwkeurig
uitvoeren van periodieke onderhouds- en controlebeurten komt de
levensduur en betrouwbaarheid van de installatie ten goede. Bij het
behandelen en opruimen van gebruikte olie, filters en reinigingsmiddelen
dienen de wettelijke voorschriften in acht te worden genomen.
*
Voordat u werkzaamheden aan de installatie gaat uitvoeren, dient u zich ervan te
verzekeren dat de installatie is afgekoeld, niet meer onder druk staat en niet per
ongeluk kan worden gestart.
*
Voor de verwijdering van smeerolie, filters en reinigingsmiddelen dienen de geldende
wettelijke voorschriften in acht genomen te worden.
*
Aanzetslinger en/of contactsleutel buiten bereik van onbevoegden houden.
*
Maak altijd de accukabels los voordat u onderhoudswerkzaamheden gaat verrichten.
*
Na beëindiging van onderhoudswerkzaamheden controleren of al het gereedschapver-
wijderd is en alle beschermingen zijn aangebracht.
*
Vóór het starten dient men zich ervan te overtuigen, dat niemand zich in de gevaren-
zone van de machine bevindt.
*
De installatie moet na 50 draaiuren een eerste onderhoudsbeurt verkrijgen, uitgevoerd
door Waterkracht B.V.
Vervolgens dient elke 150 à 200 draaiuren een onderhoudsbeurt uitgevoerd te worden.
*
Regelmatig dient het aanzuigfilter gereinigd te worden, afhankelijk van de waterkwa-
liteit. Het kaarsfilter kan eenvoudig schoongespoeld worden door het openen van de
aftapafsluiter aan de bovenzijde van het filter.
*
Bij vorstgevaar dient de installatie voldoende beschermd te zijn, dit om ernstige
schade te voorkomen. (zie par. 4.4. "Voorzorgsmaatregelen bij vorstgevaar").
Pagina 32