Ontruimingssignaalgevers handmatig starten
Als u de signaalgevers in een enkele ontruimingszone wilt starten, druk dan op
de knop Aan/Uit van de overeenkomende ontruimingszone en vervolgens op de
knop Bevestigen.
Als u de signaalgevers in een alle ontruimingszone wilt starten, druk dan op de
knop Aan/Uit voor alle ontruimingszones en vervolgens op de knop Bevestigen.
Een continu brandende indicatie-LED Ontruimingsalarm geeft aan dat de
signaalgevers zijn geactiveerd (geluid klinkt). Een knipperende indicatie-LED
Ontruimingsalarm geeft aan dat een geconfigureerde vertraging aan het aftellen
is en dat de signaalgevers geactiveerd worden wanneer de tijd afloopt.
Opmerking: Alleen ontruimingscentrales. Deze functie is onderhevig aan vorige
configuratie door uw installatie- of onderhoudsaannemer en de werkingen die bij
instelbare knoppen en LED's horen kunnen verschillen van die werkingen die
hier beschreven zijn.
Ontruimingssignaalgevers handmatig stoppen
Als u de signaalgevers in een enkele ontruimingszone wilt stoppen, druk dan op
de knop Aan/Uit van de overeenkomende ontruimingszone en vervolgens op de
knop Bevestigen.
Als u de signaalgevers in een alle ontruimingszone wilt stoppen, druk dan op de
knop Aan/Uit voor alle ontruimingszones en vervolgens op de knop Bevestigen.
Opmerking:
Alleen ontruimingscentrales. Deze functie is onderhevig aan vorige
configuratie door uw installatie- of onderhoudsaannemer en de werkingen die bij
instelbare knoppen en LED's horen kunnen verschillen van die werkingen die
hier beschreven zijn.
Eerder geconfigureerde signaalgever, doormelding en doormeldvertraging
in- of uitschakelen
Om een eerder geconfigureerde signaalgever, doormelding en doormeld-
vertraging in of uit te schakelen, drukt u op de overeenkomende knop voor de
signaalgever, doormelding of doormeldvertraging. Druk de knop nog een keer in
om de vertraging uit te schakelen.
Opmerking:
De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van een eerdere
configuratie en de functionaliteit ervan kan per groep verschillen. Neem contact
op met uw installatie- of onderhoudsbedrijf om alle configuratiegegevens voor uw
locatie te bevestigen.
30
Bedieningshandleiding serie 2X-A