Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Advertenties

Bedieningshandleiding
serie 2X-A
P/N 00-3280-505-4001-02 • ISS 08NOV23

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Kidde 2X-A Series

  • Pagina 1 Bedieningshandleiding serie 2X-A P/N 00-3280-505-4001-02 • ISS 08NOV23...
  • Pagina 2 Copyright © 2023 Carrier. Alle rechten voorbehouden. Handelsmerken en Serie 2X-A is een handelsmerk van Carrier. patenten Andere in dit document gebruikte handelsnamen kunnen handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken zijn van de fabrikanten of leveranciers van de betreffende producten. Fabrikant Carrier Manufacturing Poland Spółka Z o.o. Ul.
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    Inhoud Belangrijke informatie ii Aansprakelijkheidsbeperking ii Waarschuwingen en disclaimers met betrekking tot de producten ii Adviserende berichten iii Inleiding 1 Firmwarecompatibiliteit 1 Productassortiment 1 Productoverzicht 4 Gebruikersinterface 4 Bedieningselementen en indicatie-LED's op het voorpaneel 6 LCD-bediening en indicatoren 12 Geluidssignalen 14 Condities 15 Statusmeldingen 17 Bediening van de centrale 22...
  • Pagina 4: Belangrijke Informatie

    Belangrijke informatie Aansprakelijkheidsbeperking In overeenstemming met de toepasbare wetgeving is Carrier in geen geval aansprakelijk voor enige winstderving of verlies van zakelijke mogelijkheden, verlies van gebruik, bedrijfsonderbreking, verlies van gegevens, of enige andere indirecte, bijzondere, incidentele of gevolgschade hetzij op basis van contract, onrechtmatige daden, productaansprakelijkheid, of anderszins.
  • Pagina 5: Adviserende Berichten

    Adviserende berichten Adviserende berichten waarschuwen u voor condities of praktijken die ongewenste gevolgen kunnen hebben. De adviserende berichten die in dit document worden gebruikt, worden hieronder beschreven. WAARSCHUWING: Waarschuwingsberichten adviseren u over gevaren die zouden kunnen leiden tot verwondingen of dodelijk letsel. Ze geven aan welke acties u moet nemen of vermijden om verwondingen of dodelijk letsel te voorkomen.
  • Pagina 6 Bedieningshandleiding serie 2X-A...
  • Pagina 7: Inleiding

    Inleiding Dit is de bedieningshandleiding voor de brandmeldcentrales, repeaterpanelen en ontruimingscentrales uit de serie 2X-A. Lees deze instructies en alle verwante documentatie volledig door voordat u dit product in gebruik neemt. Firmwarecompatibiliteit Dit document bevat informatie over centrales met firmwareversie 5.0 of recenter. Dit document mag niet worden gebruikt als bedieningshandleiding voor centrales met een oudere firmwareversie.
  • Pagina 8 Tabel 2: Centrales met grote behuizingen met een uitgang van maximaal 6 A Model Omschrijving 2X-AE1 Adresseerbare brandmeld- en ontruimingscentrale met één lus 2X-AF1 Adresseerbare brandmeldcentrale met één lus 2X-AF1-FB Adresseerbare brandmeldcentrale met één lus met doormelding en besturingsapparaat 2X-AF1-SCFB Adresseerbare SS 3654-brandmeldcentrale met één lus met doormelding en besturingsapparaat [1] 2X-AE2...
  • Pagina 9: Repeaterpaneelfunctionaliteit

    Repeaterpaneelfunctionaliteit Alle centrales in een brandmeldnetwerk kunnen worden geconfigureerd voor repeaterpaneelfunctionaliteit, op voorwaarde dat er een netwerkkaart is geïnstalleerd. Neem voor meer informatie over deze functie contact op met uw plaatselijke installateur of onderhoudsbedrijf. Bediening en indicatie van doormelding en besturingsapparaat In dit document geldt informatie over de bediening en indicatie van doormelding en besturingsapparaat alleen voor centrales die beschikken over de genoemde functionaliteit.
  • Pagina 10: Productoverzicht

    Productoverzicht Dit onderwerp biedt een inleiding voor de gebruikersinterface van de centrale, de LCD, de bedieningselementen en de indicatie-LED's. Zie "Bedieningselementen en indicatie-LED's op het voorpaneel" op pagina 6 voor een gedetailleerd overzicht van de bedieningselementen en indicatie-LED's op het voorpaneel Gebruikersinterface Afbeelding 1: De gebuikersinterface van de brandmeldcentrale (met bediening voor doormelding en besturingsapparaat)
  • Pagina 11 Afbeelding 2: Gebruikersinterface ontruimingscentrale Indicatie-LED Voeding Knop en indicatie-LED Stop zoemer Indicatie-LED Algemene test Knop en indicatie-LED Signaalgevers Aan/Uit Indicatie-LED Algemeen uit Indicatie-LED Storing systeem Indicatie-LED Algemene storing Indicatie-LED Accuspanning te laag Indicatie-LED Alarm Indicatie-LED Aardingsstoring 6. LCD Indicatie-LED Storing voeding 7.
  • Pagina 12: Configuratieopties

    Configuratieopties Afhankelijk van uw configuratie zijn de labels van sommige interfaceknoppen gewijzigd. Zie Tabel 4 hieronder. Tabel 4: Geconfigureerde wijzigingen van interfaceknoppen en indicatie-LED's Item EN 54 NEN 2575 Alle uitgangsgroepen Aan/Uit Aan/Uit voor alle ontruimingsgroepen Programmeerbare uitgangsgroep Signaalgevers voor ontruimingszone Aan/Uit Aan/Uit Signaalgevers Aan/Uit Brandmeldsignaalgever Aan/Uit...
  • Pagina 13 Bedieningselement/ Kleur Omschrijving Indicatie-LED indicatie-LED Knop en indicatie-LED Rood Annuleert een eerder ingestelde vertraging tijdens Doormelding het aftellen en activeert de doormelding. Aan/Bevestigd Als de indicatie-LED continu brandt, geeft dit aan dat de doormelding is geactiveerd. Een continu brandende indicatie-LED geeft aan dat het doormeldsignaal is bevestigd door de externe centrale.
  • Pagina 14 Bedieningselement/ Kleur Omschrijving Indicatie-LED indicatie-LED Indicatie-LED Geel Geeft aan dat er een besturingsapparaatstoring is Besturingsapparaat opgetreden, dat het is uitgeschakeld of wordt getest. Storing/Uit/Test Een knipperende indicatie-LED geeft een storing aan. Een continu brandende indicatie-LED geeft een uitschakeling of een test aan. Knop en indicatie-LED Geel Schakelt een eerder geconfigureerde signaal-...
  • Pagina 15 Bedieningselement/ Kleur Omschrijving Indicatie-LED indicatie-LED Knop en indicatie-LED Rood De indicatie-LED geeft aan wat er gebeurt wanneer Signaalgevers Aan/Uit de knop wordt ingedrukt: Als de indicatie-LED brandt (knipperend of continu), worden door het indrukken van de knop de signaalgevers gestopt. Als de indicatie-LED uit is, worden door het indrukken van de knop de signaalgevers ingeschakeld (als de status van de centrale en de...
  • Pagina 16: Bediening En Indicatie-Led's Op De Ontruimingscentrale

    Bediening en indicatie-LED's op de ontruimingscentrale Onderstaande tabel bevat informatie over de extra bedieningselementen en indicatie-LED's voor ontruimingscentrales. Opmerking: Als de ontruimingscentrale in de NEN 2575-modus wordt bediend, kunnen alleen signaalgeveruitgangsgroepen aan de programmeerbare knop Aan/Uit worden gekoppeld. Tabel 6: Bediening en indicatie-LED's op de ontruimingscentrale Bedieningselement/ Kleur Omschrijving...
  • Pagina 17 Indicatoren voor signaalgevers, doormelding en besturingsapparaat De centrale kan door uw installateur worden geconfigureerd voor meerdere groepen voor signaalgever, doormelding of besturingsapparaat. Omdat groepen van één enkel type niet altijd dezelfde status delen, geven de indicatoren op het voorpaneel voor het bijbehorende groepstype de algemene status van alle groepen weer.
  • Pagina 18: Lcd-Bediening En Indicatoren

    LCD-bediening en indicatoren Afbeelding 3: LCD-bediening en indicatoren 1. Indicatie dag-/nachtmodus 2. Systeemdatum en -tijd (en aftelling actieve doormeldvertraging of uitgebreide doormeldvertraging) 3. Netwerkstatus centrale (zelfstandig, via netwerk, repeaterpaneel) 4. Teller voor actuele alarm-, storing- en conditiegebeurtenissen 5. Berichtweergavegebied 6. Programmeerbare toetsen (menu-opties gekoppeld aan functieknoppen F1, F2, F3 en F4) 7.
  • Pagina 19 Pictogrammen op de LCD De pictogrammen op de LCD worden hieronder weergegeven. Tabel 7: LCD-pictogrammen en omschrijvingen Pictogram Omschrijving Dit pictogram geeft aan dat de primaire Dagmodus (netwerk) gevoeligheidsmodus voor centrales in het brandmeldnetwerk de dagmodus is. Dit pictogram geeft aan dat de gevoeligheidsmodus voor de lokale centrale de dagmodus is.
  • Pagina 20: Geluidssignalen

    Pictogram Omschrijving Dit pictogram geeft een handbrandmelder-alarm Handbrandmelder alarm (sprinkler) aan. (sprinkler) [1] Dit pictogram geeft een handbrandmelder-alarm Handbrandmelder alarm (huisalarm) aan. Dit is een lokaal alarm zonder (huisalarm) [1] activering van de doormelding. [1] Deze pictogrammen worden in het berichtweergavegebied getoond met de meldingsgegevens.
  • Pagina 21: Condities

    Condities Een overzicht van de systeemgebeurtenissen die als condities zijn opgeslagen, wordt hieronder getoond. Tabel 9: Systeemgebeurtenissen aangemeld als condities Type conditie Omschrijving Waarschuwing Een melder bevindt zich in de alarmmodus maar het systeem wacht op nog een alarmgebeurtenis om het groepsalarm te bevestigen.
  • Pagina 22 Type conditie Omschrijving Vooralarm Een melder (en de overeenkomende groep) bevindt zich in vooralarm. Vertragingen voor signaalgevers, Een signaalgever-, doormeld- of besturingsapparaat- doormelding en besturingsapparaat vertraging wordt in- of uitgeschakeld. Tests Een functie van de centrale of een melder wordt getest. [1] Deze type condities zijn alleen van toepassing als een bluscentrale in het brandmeldnetwerk wordt opgenomen.
  • Pagina 23: Statusmeldingen

    Statusmeldingen Dit gedeelte bevat een overzicht van de statusmeldingen van de centrale. Stand-by Dit wordt als volgt aangegeven: • De indicatie-LED Voeding brandt continu • Als er een signaleringsvertraging is ingeschakeld, brandt de indicatie-LED Signalering vertraging continu • Als er een doormeldvertraging is ingeschakeld, brandt de indicatie-LED Doormelding vertraging continu •...
  • Pagina 24 Extra aanduidingen voor de brandalarmstatus zijn: • De indicatie-LED Alarm controlepaneel knippert als het alarm is geactiveerd door een detector, of brandt continu als het is geactiveerd door een handbrandmelder. • Indien een groepskaart is geïnstalleerd en de desbetreffende groep bevindt zich op de groepskaart, knippert of brandt de indicatie-LED van de groep (afhankelijk van de bron van het alarm).
  • Pagina 25: Evacuatie

    Evacuatie Als uw centrale geconfigureerd is voor ontruimingsbesturing, wordt de ontruiming als volgt aangegeven: • De indicatie-LED Bevestigen brandt continu • De indicatie-LED Ontruimingsalarm brandt continu als een ontruimingsalarm actief is of knippert als een bevestigingsvertraging aftelt • De indicatie-LED Aan/Uit voor alle ontruimingsgroepen brandt als een ontruimingsalarm voor alle geconfigureerde ontruimingszones actief is Opmerking: Alleen ontruimingscentrales.
  • Pagina 26: Uitschakeling

    Uitschakeling Uitschakelingen worden als volgt aangegeven: • De indicatie-LED Algemeen uit brandt continu en de overeenkomstige indicatie-LED voor het deactiveren van de functie of de melder (indien aanwezig) knippert • Indien een groepskaart is geïnstalleerd, brandt de indicatie-LED Uit/Test van de groep continu (indien de overeenkomstige groep zich op de groepskaart bevindt) •...
  • Pagina 27: Lage Accuspanning

    Lage accuspanning WAARSCHUWING: Dit is een kritische aanduiding en uw eigendom is mogelijk niet volledig beschermd. Als uw centrale aangeeft dat de accuspanning te laag is, neemt u onmiddellijk contact op met uw installatie- of onderhoudsbedrijf en vraagt u om de stroomtoevoer te herstellen, of als dat niet mogelijk is, de accu te vervangen.
  • Pagina 28: Bediening Van De Centrale

    Bediening van de centrale Gebruikersniveaus Toegang tot een aantal functies van dit product wordt beperkt door het gebruikersniveau dat aan een gebruikersaccount is toegewezen. Let op: Verander altijd standaardwachtwoorden. Wanneer een standaard- wachtwoord niet wordt gewijzigd, registreert de centrale een voorwaarde en geeft een melding weer totdat het standaardwachtwoord wordt gewijzigd.
  • Pagina 29: Beperkte Gebruikersniveaus

    Beperkte gebruikersniveaus Beperkte gebruikersniveaus worden beschermd door een wachtwoord- beveiliging. U moet de gebruikersnaam en het wachtwoord invoeren die aan u zijn toegewezen door uw onderhouds- of installatiebedrijf. De centrale sluit een beperkt gebruikersniveau automatisch af en keert terug naar het openbare gebruikersniveau zodra er gedurende twee minuten geen knoppen zijn ingedrukt.
  • Pagina 30: Bedieningshandelingen En -Procedures

    Bedieningshandelingen en -procedures De functieknoppen en de jog-draaiknop gebruiken Gebruik de functieknoppen F1 t/m F4 en de jog-draaiknop (zie Afbeelding 3 op pagina 12) om door de LCD-menu's te navigeren, menuopties te selecteren en wachtwoorden en systeemgegevens in te voeren, zoals hieronder wordt getoond. Wachtwoorden en Draai de jog-draaiknop rechtsom om wachtwoorden en overige systeemgegevens invoeren...
  • Pagina 31: Bediening Voor Openbaar-Gebruikersniveau

    Bediening voor openbaar-gebruikersniveau Handelingen op openbaar gebruikersniveau zijn handelingen die door elke gebruiker kunnen worden uitgevoerd. Er is geen wachtwoord vereist om handelingen op dit niveau uit te voeren. In dit gebruikersniveau kunt u het volgende doen: • De zoemer stoppen •...
  • Pagina 32: Een Actieve Doormelding Of Doormeldvertraging Annuleren

    Een actieve doormelding of doormeldvertraging annuleren Als een doormelding of doormeldvertraging ingeschakeld en actief is (bezig met aftellen), druk dan op de knop AAN/Bevestigd of Vertraging om de vertraging te annuleren en de functie onmiddellijk te activeren. De indicaties van doormelding en doormeldvertraging worden in onderstaande tabel weergegeven.
  • Pagina 33: Ondersteuningsinformatie Weergeven

    Actuele gebeurtenissen weergeven Als u de actuele gebeurtenisinformatie wilt weergeven, drukt u op F1 (Displ gebeu.) en selecteert u het gebeurtenistype dat u wilt weergeven. De volgende gebeurtenistypes zijn voor dit gebruikersniveau beschikbaar: • Alarmen • Waarschuwingen • Storingen • Condities Waarschuwingen zijn melderalarmen die bevestigd moeten worden door een andere geconfigureerde alarmgebeurtenis voordat een alarm op de centrale...
  • Pagina 34: Bediening Voor Operator-Gebruikersniveau

    Bediening voor operator-gebruikersniveau Het operator-niveau is beveiligd met een wachtwoord en is gereserveerd voor geautoriseerde gebruikers die een training in het gebruik van de centrale hebben gevolgd. Het standaardwachtwoord voor het operator-gebruikersniveau is 2222. In dit gebruikersniveau kunt u het volgende doen: •...
  • Pagina 35 Signaalgevers stoppen of gestopte signaalgevers opnieuw starten Als u de signaalgevers wilt stoppen, drukt u op de knop Signaalgevers Aan/Uit. Druk nogmaals op de knop om gestopte signaalgevers opnieuw te starten. Een continu brandende indicatie-LED Signaalgevers Aan/Uit geeft aan dat de signaalgevers zijn geactiveerd (geluid klinkt).
  • Pagina 36: Ontruimingssignaalgevers Handmatig Stoppen

    Ontruimingssignaalgevers handmatig starten Als u de signaalgevers in een enkele ontruimingszone wilt starten, druk dan op de knop Aan/Uit van de overeenkomende ontruimingszone en vervolgens op de knop Bevestigen. Als u de signaalgevers in een alle ontruimingszone wilt starten, druk dan op de knop Aan/Uit voor alle ontruimingszones en vervolgens op de knop Bevestigen.
  • Pagina 37: Rapporten Weergeven

    Rapporten weergeven Als u systeemstatusrapporten voor de centrale en aangesloten melders wilt weergeven, selecteert u Raporten in het hoofdmenu. De rapportgegevens voor dit gebruikersniveau worden onderstaande tabel getoond. Tabel 12: Rapporten beschikbaar voor operator-gebruikers Rapport Omschrijving Gebeurtenis log Geeft de alarm-, storings- en conditiegebeurtenissen die door de centrale in het logboek zijn opgeslagen weer Opgelet Geeft alle melders weer die een storing rapporteren...
  • Pagina 38 Uw wachtwoord wordt gewijzigd Let op: Wijzig altijd de standaardwachtwoorden om de systeembeveiliging te garanderen. Gebruik het menu Paswoord instellen om uw wachtwoord te wijzigen. Ga als volgt te werk om het wachtwoord te wijzigen: 1. Selecteer Paswoord instellen in het hoofdmenu en selecteer vervolgens Wijzig Paswoord.
  • Pagina 39: Een Toetsenbordtest Uitvoeren

    Een toetsenbordtest uitvoeren Voer een toetsenbordtest uit om te bevestigen dat de knoppen correct werken. Ga als volgt te werk om een toetsenbordtest uit te voeren: 1. Selecteer Test in het hoofdmenu. 2. Selecteer UI test en vervolgens Toetsenbord test. 3.
  • Pagina 40: Onderhoud

    Onderhoud Voor een correcte werking van uw centrale en brandmeldsysteem en om te voldoen aan alle Europese regelgeving, moeten de volgende onderhouds- controles worden uitgevoerd. Driemaandelijks onderhoud Neem contact op met uw installatie- of onderhoudsbedrijf om een driemaandelijkse inspectie van het brandalarmsysteem uit te voeren. Tijdens de inspectie moet ten minste één detector per groep worden getest en moet worden gecontroleerd of de centrale op alle storingen en alarmgebeurte- nissen reageert.
  • Pagina 41: Menustructuur

    Menustructuur Tabel 13: Menu Operator-niveau voor brandmeldcentrales Menu niveau 1 Menu niveau 2 Menu niveau 3 Test UI test LED test Toetsenbord test LCD test Raporten Gebeurtenis log Bekijk alles Opgelet Revisie Firmware-revisie Config. revisie Serie nummers Contact informatie Groep status Melder status Paneel I/U status Uitgangsgroepen status...
  • Pagina 42: Regelgeving

    Regelgeving Europese normen voor brandcontrole- en brandmeldapparatuur Deze centrales zijn ontworpen in overeenstemming met de Europese normen EN 54-2 en EN 54-4. Daarnaast voldoen zij aan de volgende optionele vereisten uit de norm EN 54-2. Tabel 15: Optionele vereisten EN 54-2 Optie Omschrijving Uitgang naar brandalarmmelders [1]...
  • Pagina 43: Europese Regelgeving Voor Bouwproducten

    Europese regelgeving voor bouwproducten Dit gedeelte geeft een samenvatting van de aangegeven prestaties conform de Verordening Bouwproducten (EU) 305/2011 en Gedelegeerde Verordeningen (EU) 157/2014 en (EU) 574/2014. Zie de prestatieverklaring van het product voor gedetailleerde informatie (beschikbaar op firesecurityproducts.com). Tabel 16: Regelgeving Overeenstemming Aangemelde instanties 0370...
  • Pagina 44 EN 54-13 Europese compatibiliteitsevaluatie van systeemonderdelen Deze centrales zijn een onderdeel van een gecertificeerd systeem zoals beschreven in de norm EN 54-13, bij installatie en configuratie voor gebruik in overeenstemming met EN 54-13 zoals beschreven door de fabrikant in de bijbehorende installatiedocumentatie.

Inhoudsopgave