Bediening en indicatie-LED's op de ontruimingscentrale
Onderstaande tabel bevat informatie over de extra bedieningselementen en
indicatie-LED's voor ontruimingscentrales.
Opmerking:
Als de ontruimingscentrale in de NEN 2575-modus wordt bediend,
kunnen alleen signaalgeveruitgangsgroepen aan de programmeerbare knop
Aan/Uit worden gekoppeld.
Tabel 6: Bediening en indicatie-LED's op de ontruimingscentrale
Bedieningselement/
Indicatie-LED
Knop Bevestigen
Knop Alle uitgangsgroepen
Aan/Uit en indicatie-LED
Knop Aan/Uit en indicatie-
LED programmeerbare
uitgangsgroep
10
Kleur
Omschrijving
indicatie-LED
Bevestigt het starten of stoppen van de
uitgangsgroep die gekoppeld is aan een
programmeerbare knop (wanneer ingedrukt met
bijbehorende programmeerbare knop).
Bevestigt het starten of stoppen van alle
uitgangsgroepen die gekoppeld zijn aan alle
programmeerbare knoppen (wanneer ingedrukt
met de knop Alle uitgangsgroepen Aan/Uit).
Rood
Start or stopt alle uitgangsgroepen die gekoppeld
zijn aan de programmeerbare knoppen (wanneer
ingedrukt met knop Bevestigen).
Een continu brandende rode indicatie-LED geeft
aan dat alle uitgangsgroepen die aan de knoppen
gekoppeld zijn, actief zijn. Een knipperende rode
indicatie-LED geeft aan dat er een vertraging aan
het aftellen is (de uitgangsgroepen worden
geactiveerd zodra de geconfigureerde vertraging
is verstreken of de vertraging wordt geannuleerd).
Rood/Geel
Start of stopt de uitgangsgroep die gekoppeld is
aan de programmeerbare knop (wanneer
ingedrukt met knop Bevestigen).
Een continu brandende rode indicatie-LED geeft
aan dat de uitgangsgroep die bij de knop hoort,
actief is. Een knipperende rode indicatie-LED
geeft aan dat er een vertraging aan het aftellen is
(de uitgangsgroep wordt geactiveerd zodra de
geconfigureerde vertraging is verstreken of de
vertraging wordt geannuleerd).
Een knipperende gele indicatie-LED geeft een
storing aan. Een continu brandende gele
indicatie-LED geeft een uitschakeling of een test
aan.
Bedieningshandleiding serie 2X-A