• De aardlekschakelaar van de warmtepomp.
• Juist ingestelde vermogensregeling.
LAGE TEMPERATUUR OF GEEN WARMTAPWATER
• Mengklep (als er één geïnstalleerd is) te laag ingesteld.
– Stel de mengklep af.
• F1153PC in onjuiste bedrijfsstand.
– Open menu 4.2. Als stand "auto" is geselecteerd, selecteert u een
hogere waarde voor "stop bijverwarming" in menu 4.9.2.
– Indien de modus "handmatig" geselecteerd is, selecteert u "addition".
• Groot warmtapwaterverbruik.
– Wacht totdat het warmtapwater is verwarmd. U kunt een tijdelijk
vergrote warmtapwatercapaciteit (tijdelijk in luxe) activeren in menu
2.1.
• Te lage warmtapwaterinstelling.
– Open menu 2.2 en selecteer een hogere comfortmodus.
• Te lage of niet werkende priorisering van warmtapwater.
LAGE KAMERTEMPERATUUR
• Gesloten thermostaten in meerdere kamers.
– Zet de thermostaten in zoveel mogelijk kamers op maximaal. Stel
de kamertemperatuur af via menu 1.1 in plaats van de thermostaten
te smoren.
Zie "Bespaartip" voor nadere informatie over hoe u de thermostaten
het best kunt instellen.
• Te lage instelwaarde op de automatische verwarmingsregeling.
– Open menu 1.1 "temperatuur" en verhoog de verschuiving van de
stooklijn. Indien de kamertemperatuur alleen laag is bij koud weer,
moet de helling van de stooklijn in menu 1.9.1 "stooklijn naar boven
toe worden bijgesteld.
• F1153PC in onjuiste bedrijfsstand.
– Open menu 4.2. Als stand "auto" is geselecteerd, selecteert u een
hogere waarde voor "stop verwarming" in menu 4.9.2.
80
Hoofdstuk 4 | Storingen in comfort
NIBE F1153PC