nl Reiniging en onderhoud
Verifieer dat de rotor van de pomp
3.
makkelijk ronddraait.
Breng het pompdeksel aan.
4.
Controleer of de componenten
‒
van het pompdeksel correct ge-
monteerd zijn.
Draai het pompdeksel aan.
5.
90°
De greep van het pompdeksel
moet verticaal staan.
De serviceklep plaatsen en vast-
6.
klikken.
1
De serviceklep sluiten.
7.
50
Vóór de volgende keer wassen
Om te voorkomen dat bij de volgen-
de wasbeurt wasmiddel ongebruikt in
de afvoer stroomt, voert u het pro-
gramma Afpompen uit, nadat u de
pomp heeft geleegd.
1.
2.
3.
4.
5.
Waterafvoerslang op de sifon
reinigen
Wanneer de waterafvoerslang op de
sifon is verontreinigd of het sop niet
wordt afgepompt, dan moet u deze
reinigen.
1.
2.
3.
2
De kraan opendraaien.
Steek de stekker in het stopcon-
tact.
Schakel het apparaat in.
Doe een liter water in het comparti-
ment voor de handmatige dose-
ring.
Start het programma Afpompen.
Het apparaat uitschakelen.
Stekker van het apparaat van het
stroomnet scheiden.
De slangklem losmaken en de wa-
terafvoerslang er voorzichtig aftrek-
ken.
Er kan resterend water uitlopen.