compartiment gedoseerd worden.
~ Blz. 22
Het kiezen (aan/uit)
Aanwijzing:
alsmede de steeds gekozen
doseersterkte van i-DOS i en i-DOS w
blijven per programma tot de volgende
wijziging behouden, ook wanneer de
wasautomaat wordt uitgeschakeld.
Wasmiddel/wasverzachter bijvullen:
Het knipperen van de bijbehorende
indicatie bij geselecteerde intelligente
dosering geeft aan, dat het minimale
niveau is onderschreden. Inhoud is nog
voldoende voor ca. 3 wasbeurten.
U kunt altijd bijvullen met hetzelfde
wasmiddel of dezelfde wasverzachter.
Bij overstappen op een ander product/
fabrikant adviseren wij de bakjes eerst
schoon te maken. ~ Blz. 25
Eventueel de basisdosering aanpassen.
Basisinstellingen
De basisdoseerhoeveelheden zijn:
bij wasmiddel - de aanbeveling van
■
de producent voor normale
verontreiniging en de lokale
waterhardheid.
bij wasverzachter - de aanbeveling
■
van de producent voor gemiddelde
zachtheid.
De gegevens vindt u op de verpakking
van het wasmiddel of de wasverzachter
of u kunt ze direct opvragen bij de
fabrikant.
Gebruik een teststrookje om de
waterhardheid in uw regio te bepalen of
vraag de gegevens op bij uw
waterleidingbedrijf.
Intelligent doseringssysteem
Mijn waterhardheid:
Hier is een voorbeeld van een
wasmiddeldosering op een
verpakkingsetiket:
Mate van ver-
licht
ontreiniging
→
Waterhard-
heid ↓
zacht/gemid-
55 ml 75 ml 120
deld
hard/zeer hard 75 ml 95 ml 150
De basisdoseerhoeveelheid af fabriek is
regiospecifiek vooringesteld (bijv. 75 ml
wasmiddel en 36 ml wasverzachter).
Stel de basisdoseerhoeveelheid
wasmiddel in, overeenkomstig de
aanwijzingen op de verpakking van uw
wasmiddel. Houd daarbij rekening met
uw waterhardheid.
De basisdoseerhoeveelheid voor
wasverzachter naar wens voor de
zachtheid van uw wasgoed kiezen.
De wijziging van een
basisdoseerhoeveelheid heeft effect
voor alle drie doseersterkten.
Aanwijzingen
Bij sterker geconcentreerde
■
wasmiddelen de
basisdoseerhoeveelheid reduceren.
nl
nor-
sterk
zeer
maal
sterk
160
ml
ml
180
ml
ml
21