Schroef de bougie los met een bougiesleutel
3-
Controleer de bougies op scheurtjes of defecten. Borstel de bougies schoon en vervang
4-
ze.
Controleer de afstand tussen de contactpunten met een fijnheidsmeter. Varieer de
5-
afstand door de zij-elektroden te verplaatsen. De juiste afstand tussen de contactpunten
is 0,70-0,80 mm.