Afdrukmateriaal en lade
Voorbedrukt papier
Bij het plaatsen van voorbedrukt papier moet de bedrukte zijde bovenaan
liggen en mag de voorzijde niet gekruld zijn. Bij invoerproblemen draait u
het papier om. Er zijn geen garanties wat de afdrukkwaliteit betreft.
•
Briefhoofden moeten afgedrukt worden met hittebestendige inkt die niet
smelt, verdampt of schadelijke gassen uitstoot als ze gedurende 0,1
seconde worden blootgesteld aan de fixeertemperatuur (ongeveer 170
°C) van het apparaat.
•
De inkt op het voorbedrukt papier mag niet ontvlambaar zijn en mag de
printerrollen niet beschadigen.
•
Voor u voorbedrukt papier in de lade plaatst, controleert u of de inkt op
het papier droog is. Natte inkt kan tijdens het fixeerproces loskomen van
het voorbedrukt papier, waardoor de afdrukkwaliteit afneemt.
5
Papierformaat en papiertype instellen
Nadat u het papier in de lade hebt geplaatst, moet u het papierformaat en -
type instellen met behulp van de knoppen op het scherm. Als u wilt
afdrukken vanaf een computer, selecteert u het papierformaat en de
papiersoort in het toepassingsprogramma dat u op uw computer gebruikt
(zie "Voorkeursinstellingen voor afdrukken openen" op pagina 36).
De papierinstelling van de machine en het stuurprogramma moeten
overeenkomen om af te drukken zonder dat er een foutmelding voor
verkeerd papier wordt gegeven.
• U kunt de papierinstellingen van het apparaat wijzigen met het
programma
Samsung Easy Printer Manager
Service
- Als het apparaat lokaal is verbonden, kunt u de instellingen van
het apparaat instellen via Samsung Easy Printer Manager >
Geavanceerde instellingen > Apparaatinstellingen (zie
"Samsung Easy Printer Manager gebruiken" op pagina 79).
- Als uw apparaat is verbonden met het netwerk, kunt u de
instellingen van het apparaat instellen via SyncThru™ Web
Service > het tabblad Settings > Machine Settings (zie
"SyncThru™ Web Service gebruiken" op pagina 76).
of SyncThru™ Web
2. De basisfuncties leren kennen
35