SYMBOLEN / VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
10.
VEILIGHEID
ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Instructies over gevaren, waarschuwingen en
voorzorgsmaatregelen moeten strikt worden
nageleefd om het risico op persoonlijk letsel en
materiële
schade
onderhoudswerkzaamheden te minimaliseren.
De
relevante
voorschriften
ongevallenpreventie
en de andere algemeen
aanvaarde veiligheids- en arbovoorschriften moeten
in acht worden genomen.
De machine moet vóór elke inbedrijfstelling op
bedrijfsveiligheid worden gecontroleerd.
Wees voorzichtig met roterend gereedschap. Houd
een veilige afstand!
Wees voorzichtig met slepende gereedschappen.
De
hakmessen
kunnen
vliegwielmassa. Reik gedurende deze tijd niet in de
opening van de voertrechter en de uitwerpgoot. Pas
als de snijmessen volledig stil staan, de motor (bijv.
van de trekker) en de aftakas is losgekoppeld,
mogen er werkzaamheden aan de machine worden
uitgevoerd .
Schakel de motor uit (bijv. van de tractor) voor elke
verandering van locatie, koppel de PTO los.
Transporteer de machine alleen rechtop.
Het gebruik van de machine met een hogere
snelheid dan aanbevolen in de 'specificaties' kan
motorschade veroorzaken.
Een hoge snelheid verhoogt de kans op
ongelukken!
Begrijp uw hakselaar
Lees en begrijp de handleiding en de etiketten die op
de machine zijn aangebracht. Maak uzelf vertrouwd
met
de toepassing en beperkingen, evenals de
gerelateerde, specifieke, potentiële gevaren.
U
moet
ook
vertrouwd
bedieningspanelen en hoe u ze op de juiste manier
kunt gebruiken. Leer hoe u het apparaat kunt
stoppen en snel kunt uitschakelen.
en
onjuiste
inzake
doorlopen
door
de
raken
met
de
6
Zorg ervoor dat
u
veiligheidsinstructies in de gebruikershandleiding
leest en begrijpt.
Probeer de machine niet te
bedienen totdat u vertrouwd bent geraakt met de
machine en weet hoe u deze professioneel moet
bedienen en onderhouden . Onjuiste bediening of
bediening door onervaren personen kan een gevaar
vormen.
Kinderen en adolescenten jonger dan 16 jaar en
personen die niet zijn opgeleid, mogen de machine
niet bedienen.
Werk- en gevarengebied
De gebruiker is verbonden met derden in de werkruimte
verantwoordelijk.
Verblijf in de gevarenzone (ten minste 12 m) van de
machine is verboden voor andere personen, in het
bijzonder
kinderen,
landbouwhuisdieren. Controleer altijd de nabije
omgeving voordat u begint.
Gebruik het apparaat niet in explosiegevaarlijke
omgevingen en stel het niet bloot aan regen.
Voordat met de werkzaamheden wordt begonnen,
moet het te verwerken versnipperde materiaal
zorgvuldig worden geïnspecteerd. Verwijder alle
vreemde voorwerpen zoals spijkers, draden en
dergelijke. Let bij het werken op andere vreemde
voorwerpen en elimineer ze op tijd .
Houd de werkplek op orde! Rommel kan leiden tot
ongelukken.
Gebruik de machine nooit bij slecht zicht of
onvoldoende lichtomstandigheden.
Persoonlijke veiligheid
Gebruik de machine niet als u moe bent of als u
onder invloed bent van drugs, alcohol of medicijnen
die van invloed kunnen zijn op uw vermogen om de
machine goed te bedienen .
Kleed je goed aan. Draag een lange, sterke broek,
veiligheidsschoenen en handschoenen. Draag geen
losse kleding, korte broeken of sieraden van welke
aard dan ook. Zet lang haar vast zodat het boven
schouderhoogte blijft. Houd je haar, kleding en
handschoenen uit de buurt van alle bewegende
delen. Losse kleding, sieraden of lang haar kunnen
gemakkelijk verstrikt raken in bewegende delen.
alle instructies
en
huisdieren
en