Veiligheidsinstructies (vervolg)
6.
Plaats de projector niet in de volgende
ruimtes:
- Slecht geventileerde of gesloten ruimtes.
Zorg dat de projector ten minste 50 cm
van de muur staat en laat voldoende
ruimte vrij rondom de projector.
- Plaatsen waar de temperatuur extreem
hoog kan oplopen, zoals in een auto met
gesloten ramen.
- Erg vochtige, stoffige of rokerige plaatsen
die optische componenten mogelijk
aantasten. Dit verkort de levensduur van
de projector en verdonkert het beeld.
- Plaatsen in de buurt van een brandalarm.
- Plaatsen met een omgevingstemperatuur
van meer dan 40 °C.
- Plaatsen die hoger zijn dan 3000 m.
3000
m
7.
Blokkeer het ventilatierooster niet.
- Plaats het apparaat niet op een laken,
beddengoed of andere zachte materialen.
- Bedek het apparaat niet met een doek of
andere voorwerpen.
- Plaats geen ontvlambare stoffen in de
buurt van de projector.
Als het ventilatierooster niet vrij wordt
gehouden, kan er door oververhitting in
het apparaat brand ontstaan.
8.
Plaats het apparaat tijdens gebruik
altijd op een stabiel en niet hellend
oppervlak.
- Maak geen gebruik van de projector als
deze gekanteld staat in een hoek van meer
dan 10 graden (links naar rechts) of in een
hoek van meer dan 15 graden (voor naar
achter). Als u het apparaat gebruikt
wanneer het niet volledig horizontaal
staat, werkt het mogelijk niet optimaal of
kan de lamp beschadigd raken.
9.
Plaats het apparaat niet verticaal. De
projector kan vallen en letsel
veroorzaken of beschadigd raken.
Belangrijke veiligheidsinstructies
3