Als het schermmenu is geactiveerd, functioneren de knoppen #9 en #12 als
richtingsknoppen om de gewenste items te selecteren en de instellingen te wijzigen.
13.
Focusring (zie
meer informatie.)
Hiermee past u de scherpstelling van het geprojecteerde beeld aan.
14.
Zoomring (zie
meer informatie.)
Hiermee past u de grootte van het beeld aan. Draai de ring rechtsom om het beeld te
vergroten of linksom om het beeld te verkleinen.
Afstandsbediening
1
2
3
4
5
3
6
1.
Aan/uit (zie
I
informatie.)
Hiermee kunt u de projector aan- of uitzetten.
2.
Stilstaand beeld
Wanneer u deze knop indrukt, wordt het beeld stilgezet. Het pictogram "
in de rechterbenedenhoek van het scherm weergegeven. Als u het beeld weer wilt laten
bewegen, drukt u nogmaals op de knop voor stilstaand beeld.
5Omhoog, 6 Omlaag
3.
3Links, Rechts 4
4.
Als het schermmenu is geactiveerd, functioneren de knoppen 5 Omhoog,
6 Omlaag, 3 Links en Rechts 4 als richtingsknoppen om de gewenste items te
selecteren en de instellingen te wijzigen.
5.
Menu (zie
"De menu's gebruiken" op pagina 28
Hiermee kunt u de gewenste items selecteren en de instellingen wijzigen.
6.
Keystone (Trapezium)
pagina 24
voor meer informatie.)
Hiermee corrigeert u handmatig de vervormde beelden die door de projectiehoek
worden veroorzaakt.
"Het beeldformaat en de helderheid fijnafstemmen" op pagina 24
"Het beeldformaat en de helderheid fijnafstemmen" op pagina 24
"Starten" op pagina 21
(zie pagina
7
8
9
10
11
en
"Afsluiten" op pagina 26
voor meer informatie.)
"Keystone (Trapezium) corrigeren" op
voor
voor
voor meer
" wordt
Inleiding
9