Kennismaking met het apparaat
De afbeeldingen van het bedieningspaneel en van de
binnenruimte van het apparaat vindt u vooraan in
de omslag van deze gebruiksaanwijzing.
Bedieningspaneel
Hoofdschakelaar
1
Extra functies *
2
Toets starttijd kiezen
3
Indicatie zout bijvullen
4
Indicatie glansspoelmiddel bijvullen
5
Programmatoetsen
6
Handgreep om de deur te openen
7
Cijferindicatie
8
Programmaverloopindicatie
9
Binnenkant van het apparaat
Bovenste servieskorf met etagère
20
Extra bestekkorf voor de bovenste servieskorf *
21
Bovenste sproeiarm
22
Onderste sproeiarm
23
Zoutreservoir met bijvul-indicatie *
24
Zeven
25
Bestekkorf
26
Onderste servieskorf
27
Vergrendeling voor afwasmiddelbakje
28
Reservoir voor glansspoelmiddel met
29
bijvulindicatie
Afwasmiddelbakje
30
Typeplaatje
31
* niet bij alle modellen
Inkopen voordat u het apparaat voor
het eerst in gebruik neemt:
– zout
– afwasmiddel
– glansspoelmiddel
Gebruik enkel producten die geschikt zijn voor de
vaatwasmachine.
Wateronthardingsinstallatie
Voor een goed afwasresultaat heeft de afwasautomaat
zacht water, d.w.z. water met weinig kalk nodig. Anders
zetten zich witte kalkresten op het serviesgoed en de
binnenkant van de spoelruimte af.
Leidingwater met een te hoge hardheidsgraad moet
voor gebruik in de afwasautomaat onthard, d.w.z.
ontkalkt worden.
Dit gebeurt met behulp van speciaal zout in de
wateronthardingsinstallatie van de afwasautomaat.
De instelling en daarmee de benodigde hoeveelheid
zout zijn afhankelijk van de hardheidsgraad van het
leidingwater.
Instellen van de
wateronthardingsinstallatie
Vraag de hardheidsgraad van het water bij het
waterleidingbedrijf of bij de Servicedienst op.
De juiste instelling vindt u in de tabel voor de
waterhardheid.
Tabel voor de waterhardheid
Programmatoets
ingedrukt houden en
B
hoofdschakelaar
inschakelen. Hierna de toetsen
1
loslaten.
De indicatie van toets
cijferindicatie brandt de door de fabriek ingestelde
waarde
.
Om de instelling te wijzigen:
programmatoets
indrukken.
B
Bij elke druk op de toets wordt de instelwaarde met
één stand verhoogd; als stand
springt de indicatie weer op
Hoofdschakelaar
uitschakelen. De ingestelde
1
waarde is in het geheugen opgeslagen.
Om de onthardingsinstallatie te regeneren is ca. 4 liter
water nodig. Hierdoor wordt het waterverbruik per
afwasprogramma – afhankelijk van de instelling voor
de waterhardheid – met 0 tot 4 liter verhoogd.
knippert en op de
B
is bereikt, dan
.
5